thema 5 - H2 - Spelling en grammatica - les 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Hartelijk hallo!

Nodig:

- chromebook

- boek VIA Vooraf

- pen

Verwachtingen

- We beginnen en eindigen op tijd

- Jas uit ;

- Telefoon weg;

- Tijdens uitleg/ instructie ben je stil;

- Je hebt de juiste werkhouding;

- We respecteren elkaars meningen en verschillen.

Hoe goed sta je open om te leren op dit moment?

0100

Doel van vandaag

Ik haal eerder geleerde dingen terug uit mijn geheugen

Ik werk serieus aan de opdrachten

thema 5

Vervoer

H2 - 

Spelling en grammatica

Wat zijn klinkers?

1. a, o, u, e, i
2. b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z

Wat zijn medeklinkers?

1. a, o, u, e, i
2. b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z

Zet een streepje tussen de lettergrepen van het woord:
ongeluk

Zet een streepje tussen de lettergrepen van het woord:
dienstregeling

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin:
De grote jongen loopt over straat

1. loopt
2. straat
3. grote
4. jongen

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Wat is een zelfstandige naamwoord in de zin:
De grote jongen loopt op straat

1. De
2. op
3. loopt
4. jongen, straat

Wat is een werkwoord

Wat is het werkwoord in de zin:
De grote jongen loopt op straat

1. De
2. op
3. loopt
4. jongen, straat

Wat is een voorzetsel?

Wat is het voorzetsel in de zin:
De grote jongen loopt op straat

1. De
2. op
3. loopt
4. jongen, straat

Wat is een onbepaald lidwoord?

1. de
2. het
3. een
4. alle 3 zijn goed

Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
De agent rijdt in de auto

1. TT
2. VT

Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
De agent reed in de auto

1. TT
2. VT

De stam is de ik-vorm.
Wat is dan de stam van lopen?

1. loop
2. liep
3. lopen
4. loopt

De stam is de ik-vorm.
Wat is dan de stam van fietsen?

1. fietsen
2. fiets
3. fietste
4. fietst

Zelfstandig werken

Maak van thema 5 hoofdstuk 2

blz. 158 t/m 160 opdr. 1 en 2

KLAAR? 

Ga naar studiemeter en maak eerst moeilijke woorden af. 

Heb je dit onderdeel klaar maak er een portfoliobewijs van.

Ik weet hoe ik woorden in stukjes kan verdelen

0100

Ik weet wat een werkwoord is

0100