Differentieelschakelaar

Wat weet je nog van vorige les??
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ElektriciteitSecundair onderwijs

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog van vorige les??

Slide 1 - Diapositive

HOEKENWERK !
Hoek 1   
theorie en begrippen van de differentieelschakelaar.
Hoek 2   
werking van de differentieelschakelaar door middel van een testopstelling
Hoek 3   
probleem oplossen aan de hand van een casus
Hoek 4   
Quiz

Slide 2 - Diapositive

timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Differentieelschakelaar

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Inhoud
1. Doel - differentieelschakelaar?
2. Differentieelautomaat           differentieelschakelaar;
3. 2 Types differentieelschakelaars;
4. Gevoeligheid differentieelschakelaar;
5. 2-polige en 4-polige differentieelschakelaars;
6. Hoeveel differentieelschakelaars plaatsen in functie van spreidingsweerstand;
7. Wat zegt het A.R.E.I. in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
8. Werking!


Slide 6 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Doel:
bescherming te bieden, aan PERSONEN, tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking*.
Een differentieelschakelaar moet steeds worden gecombineerd met een goede aarding.
* onrechtstreekse aanraking = wanneer persoon in aanraking komt met een toevallig onder spanning staande behuizing van een toestel (bv. door een isolatiefout). De persoon komt hierbij niet rechtstreeks in aanraking met actieve delen van een elektrische installatie.
** RCD staat voor Residual Current Device. Het is een elektrisch veiligheidsapparaat dat de stroom die door een circuit vloeit bewaakt en uitschakelt als het een onbalans detecteert. 
Een ander woord is verliesstroomschakelaar, aardlekschakelaar, foutstroomschakelaar of RCD**

Slide 7 - Diapositive

Inhoud
1. Doel - differentieelschakelaar?
2. Differentieelautomaat           differentieelschakelaar;
3. 2 Types differentieelschakelaars;
4. Gevoeligheid differentieelschakelaar;
5. 2-polige en 4-polige differentieelschakelaars;
6. Hoeveel differentieelschakelaars plaatsen in functie van spreidingsweerstand;
7. Wat zegt het A.R.E.I. in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
8. Werking!


Slide 8 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Differentieelautomaat            Differentieelschakelaar
Een differentieelautomaat schakelt de stroom uit bij een aardfout, bij een kortsluiting en bij een overbelasting.

Technische gegevens:
In = 16 A
Un = 240V
Idiff (verliesstroom) = 30 mA
Kortsluitvermogen = 10 kA
2 polig
Een differentiaalschakelaar zal niet uitschakelen bij een te hoge stroom.

Technische gegevens:
In = 25 A
Un = 230V
Idiff (verliesstroom) = 30 mA
2 polig

Slide 9 - Diapositive

Inhoud
1. Doel - differentieelschakelaar?
2. Differentieelautomaat           differentieelschakelaar;
3. 2 Types differentieelschakelaars;
4. Gevoeligheid differentieelschakelaar;
5. 2-polige en 4-polige differentieelschakelaars;
6. Hoeveel differentieelschakelaars plaatsen in functie van spreidingsweerstand;
7. Wat zegt het A.R.E.I. in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
8. Werking!


Slide 10 - Diapositive

Er bestaan 2 types differentieelschakelaars, nl. TYPE A en TYPE B
Differentieelschakelaar
TYPE A
Wordt gebruikt in huishoudelijke installaties

Slide 11 - Diapositive

Er bestaan 2 types differentieelschakelaars, nl. TYPE A en TYPE B
Differentieelschakelaar
TYPE B
Wordt gebruikt bij PV-installaties (zonnepanelen), laadpalen voor elektrische voertuigen,...

Slide 12 - Diapositive

Inhoud
1. Doel - differentieelschakelaar?
2. Differentieelautomaat           differentieelschakelaar;
3. 2 Types differentieelschakelaars;
4. Gevoeligheid differentieelschakelaar;
5. 2-polige en 4-polige differentieelschakelaars;
6. Hoeveel differentieelschakelaars plaatsen in functie van spreidingsweerstand;
7. Wat zegt het A.R.E.I. in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
8. Werking!


Slide 13 - Diapositive

Differentieelschakelaar
De gevoeligheid van een differentieelschakelaar bepaalt bij welke hoeveelheid lekstroom de installatie spanningsloos zal gemaakt worden. Hoe gevoeliger de differentieelschakelaar, hoe sneller dat de installatie zonder spanning zal vallen en hoe kleiner het lek in je installatie mag zijn.
Er zijn twee soorten gevoeligheden bij een differentieelschakelaar, nl. 30mA of 300mA. Differentieelschakelaar met een gevoeligheid van 30mA zijn veel gevoeliger. Op die manier zullen deze al in werking treden bij een kleine lekstroom. 

300 mA
30 mA

Slide 14 - Diapositive

Inhoud
1. Doel - differentieelschakelaar?
2. Differentieelautomaat           differentieelschakelaar;
3. 2 Types differentieelschakelaars;
4. Gevoeligheid differentieelschakelaar;
5. 2-polige en 4-polige differentieelschakelaars;
6. Hoeveel differentieelschakelaars plaatsen in functie van spreidingsweerstand;
7. Wat zegt het A.R.E.I. in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
8. Werking!


Slide 15 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Er bestaan 2-polige en 4-polige  differentieelschakelaars 

Een 2-polige differentieelschakelaar wordt gebruikt in woningen waar een monofasige spanning (L+N) aanwezig is.
Hij bestaat in een 300 mA en een 30 mA versie

Een 4-polige differentieelschakelaar wordt gebruikt in woningen waar een 3-fasige spanning (L1, L2 en L3+N?) aanwezig is.
Hij bestaat in een 300 mA en een 30 mA versie

Slide 16 - Diapositive

Inhoud
1. Doel - differentieelschakelaar?
2. Differentieelautomaat           differentieelschakelaar;
3. 2 Types differentieelschakelaars;
4. Gevoeligheid differentieelschakelaar;
5. 2-polige en 4-polige differentieelschakelaars;
6. Hoeveel differentieelschakelaars plaatsen in functie van spreidingsweerstand;
7. Wat zegt het A.R.E.I. in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
8. Werking!


Slide 17 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Plaatsing van het aantal differentieelschakelaars afhankelijk van de spreidingsweerstand van de aardelektrode
Spreidingsweerstand =< 30 ohm

  • 1 algemene differentieelschakelaar met een gevoeligheid van maximaal 300 mA
  • 1 bijkomende differentieelschakelaar met een gevoeligheid van maximaal 30 mA. Die wordt stroomafwaarts van de algemene differentieelschakelaar geplaatst. Achter die schakelaar bevindt zich:

  1.         de volledige kring van de badkamer;
  2.         de wasmachine;
  3.         de droger;
  4.         de centrifuge

Slide 18 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Plaatsing van het aantal differentieelschakelaars afhankelijk van de spreidingsweerstand van de aardelektrode
Spreidingsweerstand tussen 30 en 100 ohm

  • 1 differentieelschakelaar met een gevoeligheid van maximaal 30 mA voor elke stroombaan rekening houdend met het volgende:

  1.  In dient aangepast te worden aan de nominale stroom van de betreffende stroombaan;
  2. een differentieelschakelaar van ten hoogste 100 mA op de stroombanen voor diepvriezer, ijskast, fornuis;
  3.  eén differentieelschakelaar van maximaal 30 mA voor ten hoogste 16 enkele of meervoudige contactdozen;
  4. eén differentieelschakelaar van maximaal 30 mA voor de stroombanen van de verlichting

Slide 19 - Diapositive

Inhoud
1. Doel - differentieelschakelaar?
2. Differentieelautomaat           differentieelschakelaar;
3. 2 Types differentieelschakelaars;
4. Gevoeligheid differentieelschakelaar;
5. 2-polige en 4-polige differentieelschakelaars;
6. Hoeveel differentieelschakelaars plaatsen in functie van spreidingsweerstand;
7. Wat zegt het A.R.E.I. in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
8. Werking!


Slide 20 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Wat zegt het A.R.E.I. nog in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
  • Het is verboden de differentieelschakelaar te overbruggen. Om die reden zijn de aansluitklemmen ervan voorzien van verzegelbare klemafdekkingen. De hoofddifferentieelschakelaar moet door de stroomleverancier verzegeld kunnen worden.

Slide 21 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Wat zegt het A.R.E.I. nog in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
  • De differentieelschakelaars voor huishoudelijke installaties moeten van het type A zijn. De kortsluitvastheid moet ten minste 3000 A bedragen en de schakelaars moeten voorzien zijn van het CEBEC-keurmerk.
CEBEC-keurmerk
3000
Kortsluitvastheid =                 A
symbolen type A

Slide 22 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Wat zegt het A.R.E.I. nog in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
  • De nominale stroomsterke van de differentieelschakelaar moet ten minste gelijk zijn aan de nominale waarde van de automaat of smeltveiligheid die in de stroombaan geschakeld is. Maar voor de hoofddifferentieelschakelaar moet de nominale stroom ten minste 40 A bedragen.
  • Bij een vierpolige differentieelschakelaar moet de nulgeleider op de N-klem aangesloten worden.

Slide 23 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Wat zegt het A.R.E.I. nog in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
  • Elke differentieelschakelaar is voorzien van een testknop. Bij het indrukken van die knop zal er een foutstroom vloeien, waardoor de differentieelschakelaar de stroom uitschakelt. Het is aanbevolen eens per maand/ eens om de 6 maanden het detectiesysteem en het schakelmechanisme ervan te testen. Als de differentieelschakelaar de stroom niet meer uitschakelt, dient hij vervangen te worden.

Slide 24 - Diapositive

Inhoud
1. Doel - differentieelschakelaar?
2. Differentieelautomaat           differentieelschakelaar;
3. 2 Types differentieelschakelaars;
4. Gevoeligheid differentieelschakelaar;
5. 2-polige en 4-polige differentieelschakelaars;
6. Hoeveel differentieelschakelaars plaatsen in functie van spreidingsweerstand;
7. Wat zegt het A.R.E.I. in verband met de differentieelschakelaars bij huishoudelijke installaties?
8. Werking!


Slide 25 - Diapositive

Differentieelschakelaar
Werking
Alle actieve geleiders zijn rond een magnetische kern gewikkeld. Zolang de som van de stromen gelijk is aan nul, zal de kern niet worden gemagnetiseerd en zal er geen wisselstroom uit de meetspoel ontstaan.. 
Wanneer bij een isolatiefout een deel van de stroom via de PE vloeit, vloeit er wel een netto stroom door de actieve
geleiders. 
Die stroom wekt een magnetische veld op in de kern. Waardoor er uit de meetspoel wisselstroom komt wat een relais bekrachtigt (uitschakelkring), zodat de schakelaar afschakelt

Verbruikerstoestel
.... A
.... A

Slide 26 - Diapositive