Par 2.3 (Vouloir & pouvoir)+ par. 2.5 (bezittelijk voornaamwoord)
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Par 2.3 (Vouloir & pouvoir)+ par. 2.5 (bezittelijk voornaamwoord)
Slide 1 - Diapositive
Vouloir & pouvoir
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent vouloir in het Nederlands?
Slide 3 - Question ouverte
Wat betekent pouvoir in het Nederlands?
A
kunnen
B
kunnen, mogen
C
willen
D
weet ik niet
Slide 4 - Quiz
Vouloir & pouvoir
Geef de gevraagde vorm van vouloir of pouvoir die in het Nederlands tussen haakjes staat. Let goed op de juiste tijd en welke vervoeging met het persoonlijk voornaamwoord wordt gevraagd!
Slide 5 - Diapositive
Charles ..... regarder le match, ce soir. (mag)
Slide 6 - Question ouverte
Son frère ..... regarder le match aussi. (wil)
Slide 7 - Question ouverte
Ses copains, ne ..... pas regarder le match. (kunnen)
Slide 8 - Question ouverte
Tu ..... aller au théâtre avec nous? (wil)
Slide 9 - Question ouverte
Vous ..... progresser fysiquement? (willen)
Slide 10 - Question ouverte
Ils ...... faire du ski. (hebben kunnen)
Slide 11 - Question ouverte
Sophie ...... faire du snowboard. (heeft mogen)
Slide 12 - Question ouverte
J' ...... faire du ski aussi, mais ce n'était pas possible. (heb willen)
Slide 13 - Question ouverte
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 14 - Diapositive
Noteer de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
(mijn).... mère
Slide 15 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
(jouw) .... annonce
Slide 16 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
(zijn) .... victoire
Slide 17 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
(haar) .... entraineur
Slide 18 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
(haar).... mère
Slide 19 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
(ons) .... équipe
Slide 20 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
(jullie) .... match
Slide 21 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
(hun) .... passions
Slide 22 - Question ouverte
Vragen?
Leer vouloir & pouvoir FN-NF! Oefen met www.verbuga.eu
Leer ook de aantekening van het bezittelijk voornaamwoord uit je schrift. Oefen nog eens in het digitale boek bij par. 2.6 : diagnostische toets deel I