(1) Herhaling woordsoorten brugklas

Hoofdstuk
Onderdeel
Blz.
H1
Zelfstandig naamwoord en lidwoord
30
H2
Bijvoeglijk naamwoord
60
H3
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
90
H5
Voorzetsel
150
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk
Onderdeel
Blz.
H1
Zelfstandig naamwoord en lidwoord
30
H2
Bijvoeglijk naamwoord
60
H3
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
90
H5
Voorzetsel
150

Slide 1 - Diapositive


Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit Cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 2 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Bepaald lidwoord (blw)
B
Onbepaald lidwoord (olw)

Slide 3 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)

Slide 4 - Quiz

Welke bepaalde lidwoorden zijn er?

Slide 5 - Question ouverte


Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Voorzetsel (vz)

Slide 6 - Quiz

Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden (bn) staan er in onderstaande zin?
Ons nieuwe huis is mooi en groot.

Slide 7 - Question ouverte


Ik zoek de betekenis van het woord straks even op
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel

Slide 8 - Quiz

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 9 - Question ouverte


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb veel nagedacht.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)

Slide 10 - Quiz

Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.

Slide 11 - Question ouverte