TT VT
1 / 20
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ze (smijten) de leeuw in een put. (vt)
Slide 2 - Question ouverte
De reus (vallen) in de put. (vt)
Slide 3 - Question ouverte
Papa (durven) dat niet. (vt)
Slide 4 - Question ouverte
De wind (verwoesten) het huis. (vt)
Slide 5 - Question ouverte
Oma (verslikken) zich. (vt)
Slide 6 - Question ouverte
De voetballer (spotten) met de tegenstander. (vt)
Slide 7 - Question ouverte
Wij (lachen) met de hele klas. (vt)
Slide 8 - Question ouverte
wij (verraden) hen niet.(vt)
Slide 9 - Question ouverte
Wie (zetten) dat toestel uit? (vt)
Slide 10 - Question ouverte
Ik (verbranden) mij vinger
Slide 11 - Question ouverte
Onze juf (verbeteren) de toetsen. (vt)
Slide 12 - Question ouverte
De dief (worden) gestraft. (vt)
Slide 13 - Question ouverte
Tante (wedden) voor een bak bier. (tt)
Slide 14 - Question ouverte
Merlina (redden) de vogel. (tt)
Slide 15 - Question ouverte
Mijn vriend (verzenden) de brief. (tt)
Slide 16 - Question ouverte
Jaap en Sus (vinden) de snoep slecht. (vt)
Slide 17 - Question ouverte
Ik (verkleden) me als indiaan. (tt)
Slide 18 - Question ouverte
De priester (komen) naar de kerk. (vt)
Slide 19 - Question ouverte
... (rijden) je ver met de fiets?
