9.5 symmetrie in vlakke figuren

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Welkom

Welkom

Telefoons inleveren

magister

Wat gaan we doen vandaag?

9.5 symmetrie in vlakke figuren

De rode stippellijnen zijn symmetrie-assen. Niet alle figuren hebben dus een symmetrie-as

Gelijkbenige driehoek

Een driehoek waarvan twee zijden even lang zijn, 

noemen we een gelijkbenige driehoek.

Een gelijkbenige driehoek heeft precies 1 symmetrieas.

• De symmetrieas staat loodrecht op zijde AB 

       en deelt deze zijde precies doormidden.

• AC en BC zijn even lang (gelijke tekens).
  
• hoek A is even groot als hoek B (gelijke tekens).

Gelijkzijdige driehoek

Een driehoek waarvan alle drie de zijden even lang zijn, 

noemen we een gelijkzijdige driehoek.

Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 symmetrieassen.

• AC , AB en BC zijn even lang
• hoek A, hoek B en hoek C zijn even groot

Gelijkzijdige driehoek

Gelijkbenige driehoek

Gelijkbenige driehoek

Gelijkzijdige driehoek

Hoeveel symmetrieassen kun je
tekenen in deze driehoek?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel symmetrieassen
heeft
deze driehoek?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Hoeveel symmetrie-assen heeft deze driehoek?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Vlakke figuren (2D)

Ruit

Parallellogram

Vierkant

Rechthoek

Vlieger

Trapezium

1. Ik ben een vierhoek met maar twee evenwijdige zijden.
Welk figuur ben ik?

1. Trapezium
2. Rechthoek
3. Paralellogram
4. Ruit

aan de slag

Maak (in je boek) de opdrachten van 9.5 

Tot ziens!