FR_P2_MYP2Ljaar3 - Cours 5 20250513 Passé Composé

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
Enlevez votre manteau. 
Mettez votre téléphone portable dans votre sac à dos.
Écouteurs dans vos sacs à dos.
Posez vos sacs à dos par terre.
Posez votre ordinateur portable ouvert sur la table.
Mettez votre matériel scolaire sur la table.
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij VAK
Unit 3: Do you like traditions?/
Aimes-tu les fêtes et les traditions? 
Learner Profile: ....
Reflective/ Reflectief
ATL: ....
Organisation/ Reflection
Related concepts: ....
Context and Purpose
Key concept: ....
Culture encompasses a range of learned and shared beliefs, values, interests, attitudes, products, ways of knowing and patterns of behaviour created by human communities. The concept of culture is dynamic and organic.
Statement of Inquiry : The purpose of traditions depends on the different philosophies, ways of life, and beliefs within a specific cultural context.
Global context: ....
Personal & cultural expression

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • PO 
  • Voorkennis/ Connaissances préalables 
  • Leerdoelen opstellen/ Objectifs d’apprentissage
  • Huiswerk/Devoir - correction
  • Instructie/ Instructions
  • Aan de slag/ Connaissance d'aujourd'hui
  • Reflectie en leerdoelen check/ Réflexion et vérification des objectifs d'apprentissage

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht periode 3
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Quelles sont les fêtes que nous célébrons?
What are the holidays we celebrate?

Les pronoms possessifs
Vocabulaire
Comment célèbres-tu ton anniversaire?
How do you celebrate your birthday?
Qu'est-ce qu'un jour férié?
What is a public holiday?

Verbes Aller Vouloir

Qu'est-ce que tu manges lors d'une fête?
What do you eat at a party?

Verbe Faire
Futur proche
Qu'est-ce que tu manges lors d'une fête?
What do you eat at a party?

Passé Composé (être, avoir, -ER, -IR)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overzicht periode 3
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10
PO
Les traditions sont-elles essentielles à la culture? Les fêtes et les festivals. 
Are traditions essential to culture?Celebrations and festivals. 

Verbes en -IR
Adjectifs
Comment analyser un texte visuel?
How to analyze a visual text?

Poser des questions au Passé Composé
Révision/
Content review

Examen/
Test

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PO
          Le PO sera un dialogue (professeur - étudiant). 
- Nous allons parler sur le thème étudié.

          The PO will be a dialogue (teacher - student).
- We will talk about the subject of the unit (period).

Slide 7 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

PO
Oral exam schedule for each student.
Mondeling examenplanning per student.

Slide 8 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Futur Proche

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Elle (gaat bezoeken) la Tour Eiffel.
Herhaling van de toekomst met gaan.
A
vais visiter
B
vas visiter
C
va visiter
D
visiter

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Vous (gaat dragen) une robe rouge.
Herhaling van de toekomst met gaan.
A
allons porter
B
allez porter
C
vont porter
D
porter

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Tu (gaat vinden) ton livre!
Herhaling van de toekomst met gaan.
A
vais trouver
B
vas trouver
C
allez trouver
D
vont trouver

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je comprends un texte sur ce qu'on mange pendant les fêtes.
  • Je sais dire ce que j'ai mangé pandant une fête (en utilisant le passé composé). 


  • I understand a text about what people eat during celebrations.
  • I can say what I ate during a celebration or a party (using the "passé composé" - past tense).
 
 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Correction du FA

Slide 14 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Le passé composé est un temps verbal qui sert à raconter des faits ponctuels et passés.
The passé composé is a verb tense used to describe specific, past events.

Il est composé de deux parties :
It is composed of two parts:

LE PASSÉ COMPOSÉ
AVOIR ou ÊTRE
au présent
Participe Passé
J'ai mangé
Tu as bu

Slide 15 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Passé composé
Danser
Finir
Attendre
J' (ik)
ai
dansé
fini
attendu
Tu (jij)
as
dansé
fini
attendu
Il/elle/on (hij/zij/wij)
a
dansé
fini
attendu
nous (wij)
avons
dansé
fini
attendu
Vous (jullie/u)
avez
dansé
fini
attendu
Ils/elles (zij)
ont
dansé
fini
attendu
Werkwoorden - ER / IR / RE
Passé Composé 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onregelmatige ww'en
Voor de volgende werkwoorden is de passé composé onregelmatig:



passé composé
vertaling
être (zijn)
j'ai été
ik ben geweest
avoir (hebben)
j'ai eu
ik heb gehad
faire (maken,doen)
j'ai fait
ik heb gedaan/gemaakt
prendre (nemen)
J'ai pris
Ik heb genomen
vouloir (willen)
J'ai voulu
Ik heb gewild 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Passé-composé
Passé composé van être & avoir

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Passé composé
Pers.vnw
Hulp.ww
Volt.dw
Je (ik)
suis
tombé
Tu (jij)
es
tombé
Il/elle/on (hij/zij/wij)
est
tombé(e)
nous (wij)
sommes
tombé(e)s
Vous (jullie/u)
êtes 
tombé(e)(s)
Ils/elles (zij)
sont
tombé(e)s
Ik ben gevallen
Verleden tijd: passé composé 
Passé composé

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onregelmatige werkwoorden: avoir, être, faire, aller
Je/j'
Tu 
Il 
Vous
= Ik heb gemaakt
= jij bent gegaan
= hij is geweest
= u heeft gehad
fait
été
allé(e)
eu
avez
es
a
ai

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie
Ce que j’ai fait pendant les fêtes (récit d’un ado)
What I Did During the Holidays (A Teen's Story)

Pendant les fêtes en France, on mange super bien ! Moi, j’ai passé de super moments avec ma famille.
During the holidays in France, we eat really well!  I had an amazing time with my family.

Slide 23 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Le 25 décembre, pour Noël, on a fait un énorme repas chez mes grands-parents. J’ai mangé de la dinde, du saumon, et même un peu de foie gras (même si je préfère le saumon 😅). En dessert, on a eu une bûche de Noël au chocolat, c’était trop bon ! On a ouvert les cadeaux après le repas et tout le monde était hyper content.

Slide 24 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Le 25 décembre, pour Noël, on a fait un énorme repas chez mes grands-parents. J’ai mangé de la dinde, du saumon, et même un peu de foie gras (même si je préfère le saumon 😅). En dessert, on a eu une bûche de Noël au chocolat, c’était trop bon ! On a ouvert les cadeaux après le repas et tout le monde était hyper content.

On December 25th, for Christmas, we had a huge meal at my grandparents' house. I ate turkey, salmon, and even a bit of foie gras (even though I prefer the salmon 😅). For dessert, we had a chocolate Yule log — it was so good! We opened our presents after the meal and everyone was super happy.

Slide 25 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Le 6 janvier, pour la fête des Rois, on a mangé une galette des rois. C’est un gâteau avec de la frangipane (j’adore ça !). Devine quoi ? J’ai eu la fève ! Du coup, j’étais le roi, et j’ai mis une couronne en papier.

Slide 26 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Le 6 janvier, pour la fête des Rois, on a mangé une galette des rois. C’est un gâteau avec de la frangipane (j’adore ça !). Devine quoi ? J’ai eu la fève ! Du coup, j’étais le roi, et j’ai mis une couronne en papier.

On January 6th, for Epiphany, we ate a galette des rois. It’s a cake with almond filling (I love it!). Guess what? I got the charm! So I was the king, and I wore a paper crown.

Slide 27 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Et en juillet, pour mon anniversaire, je vais faire une fête avec mes amis ! On va aller à la piscine l’après-midi et le soir, on va manger des pizzas et un gros gâteau au chocolat. Je vais inviter tous mes amis, et on va mettre de la musique, danser et jouer à des jeux. Ça va être génial !

Slide 28 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Et en juillet, pour mon anniversaire, je vais faire une fête avec mes amis ! On va aller à la piscine l’après-midi et le soir, on va manger des pizzas et un gros gâteau au chocolat. Je vais inviter tous mes amis, et on va mettre de la musique, danser et jouer à des jeux. Ça va être génial !

And in July, for my birthday, I’m going to have a party with my friends! We’re going to the pool in the afternoon and in the evening, we’ll eat pizza and a big chocolate cake. I’m going to invite all my friends, and we’ll play music, dance, and play games. It’s going to be awesome!

Honestly, the holidays are such great times. We eat well, we laugh, and we spend time together.

Slide 29 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag

Slide 30 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Homework

Slide 31 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction des Devoirs

Slide 32 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction des Devoirs
1-
a. manger, faire, aimer
b. être, avoir, faire
c. 25 décembre, 6 janvier

Slide 33 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction des Devoirs
2- Écris 2 phrases sur ce que tu as fait à Noël.
→ J’ai mangé de la dinde.
→ J’ai ouvert les cadeaux après le repas.

3- Complète les phrases avec les bons mots du texte :
a. La fête des rois a lieu le → 6 janvier.
b. À Noël, on mange une bûche de → chocolat.
c. Pour son anniversaire il va inviter les → amis.

Slide 34 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction des Devoirs
4- Écris ton avis sur une fête que tu aimes :



→ Ma fête préférée, c’est Noël parce qu’on passe du temps en famille et on mange très bien.
→ J’aime manger la bûche au chocolat et ouvrir les cadeaux.

Slide 35 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction des Devoirs
5- Relie chaque fête à ce qu’on mange :

• Noël → c. Une dinde et une bûche au chocolat
• Fête des rois → a. Une galette avec une fève
• Anniversaire → b. Un gâteau au chocolat

Slide 36 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction des Devoirs
6- Réponds aux questions en une phrase :

a. Où a-t-il fêté Noël ?
→ Il a fêté Noël chez ses grands-parents.

b. Que mange-t-on comme dessert à Noël ?
→ On mange une bûche de Noël au chocolat.

Slide 37 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction des Devoirs
6- 
c. Qu’est-ce qu’il a eu dans la galette des rois ?
→ Il a eu la fève.

d. Quel est le message général du texte ?
→ Le texte montre que les fêtes sont des moments joyeux passés en famille ou entre amis.

e. Quelle est l’attitude de l’auteur envers les fêtes ?
→ Il adore les fêtes et en garde de très bons souvenirs.

Slide 38 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Reflectie
Je comprends un texte sur ce qu'on mange pendant les fêtes.
Je sais dire ce que j'ai mangé pandant une fête (en utilisant le passé composé).


I understand a text about what people eat during celebrations.
I can say what I ate during a celebration or a party (using the "passé composé" - past tense). 


Slide 39 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie - VTR
Visible Thinking Routine
Read
Pair
Share
Read individually.
Talk with a partner and share your ideas related to the reading.
Share your collaborative thoughts with the whole class.

Slide 41 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Le Futur Proche/ De toekomende tijd
Si tu veux dire quelque chose
qui va se passer dans le futur, tu utilises:
le verbe "aller" conjugué + un verbe à l’infinitif.

Als je iets wilt zeggen 
dat in de toekomst gaat gebeuren, gebruik je:
de vervoegde vorm van het werkwoord "aller" + een infinitief.


Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het werkwoord 'aller' vervoegen:
Frans
Nederlands
je vais
ik ga
tu vas
jij gaat
il/elle va
hij/zij gaat
on va
wij gaan
nous allons
wij gaan
vous allez
u gaat/jullie gaan
ils/elles vont
zij gaan
'Aller'                 'gaan'/ "to go"

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Futur proche
J' (ik)
vais (ga)
parler (praten)
Tu (jij)
vas (gaat)
parler (praten)
Il/elle/on (hij/zij/wij)
va (gaat/gaan)
parler (praten)
nous (wij)
allons (gaan)
parler (praten)
Vous (jullie/u)
allez (gaan/gaat)
parler (praten)
Ils/elles (zij)
vont (gaan)
parler (praten)
Toekomende tijd: futur proche

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions