Week 26, 2K, Quiz EU (H7)

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

De Regels

  • Rekenmachine is toegestaan
  • Afkijken of mobiel gebruiken is niet toegestaan

Slide 3 - Diapositive




Algemeen

Slide 4 - Diapositive

Vraag 1 
Kroatië is het nieuwste lid van de EU, moet je als je naar Kroatië reist een legitimatiebewijs meenemen?

Slide 5 - Diapositive

Vraag 2
Om de interne markt te beschermen kunnen er invoerrechten zijn.
Wat is goedkoper? Laat je berekening zien. 
1) Een bedrijf voert 8.000 broeken in uit India . De broeken kosten € 2,45 per paar. De invoerrechten zijn € 0,25 per paar. De wisselkosten zijn 3% van het hele bedrag. Het transport kost € 4.500. 
2) Een bedrijf voert 8.000 paar broeken in uit Roemenië. De schoenen kosten € 2,90 per paar. Er zijn geen invoerrechten. De transportkosten bedragen € 1.500. 

Vraag 2

Om de interne markt te beschermen kunnen er invoerrechten zijn. 
Wat is goedkoper?

1) Een bedrijf voert 8.000 broeken in uit India . De broeken kosten € 2,45 per paar. De invoerrechten zijn € 0,25 per paar.  Het transport kost € 4.500.  De wisselkoers is 3% over het gehele bedrag. 

2) Een bedrijf voert 8.000 paar broeken in uit Roemenië. De schoenen kosten € 2,90 per paar. Er zijn geen invoerrechten. De transportkosten bedragen € 1.500. 

Slide 6 - Diapositive

Vraag 3


De regering van de EU heet :
Vraag 3


Welke producten moeten wij in Nederland 
invoeren/importeren

Slide 7 - Diapositive

Vraag 4
Welk van de onderstaande zinnen geeft een voorbeeld van de interne markt:
A. Aan de broek die Sanne draagt zit een label met 'made in China
B. In heel Nederland kun je Bosche bollen kopen
C. Een Nederlands bergingsbedrijf bergt een cruiseschip voor de Franse kust 

Slide 8 - Diapositive


Op vakantie! 

Slide 9 - Diapositive

Vraag 1: 
We gaan naar Hongarije. Hier betaal je met Forint. Hongarije valt dus niet onder de landen waar je met de Euro betaalt en valt dus buiten de ...

Slide 10 - Diapositive

Vraag 2
Nu we naar Hongarije gaan willen we 
natuurlijk ook wat zakgeld mee.

De wisselkoers is €1,-  = 320 forint
Je wisselt €500,- om, hoeveel Forint krijg je?

Slide 11 - Diapositive

Sim Only deed een onderzoek bij 5000 jongeren  over of ze een vakantiebundel nemen
Hoeveel jongeren namen een vakantiebundel met roaming? 
Vraag 3

Slide 12 - Diapositive




Begrippen

Slide 13 - Diapositive

1 Een economisch samenwerkingsverband tussen 28 landen

2 Het kopen van producten en diensten in het buitenland

3 Het verkopen van producten en diensten aan het buitenland

4 De 19 landen waar je met de euro kunt betalen


5 Het open zijn van de grensen van alle EU-landen voor elkaars producten en diensten.

6 Alle maatregels die de EU neemt om bedrijven uit EU-landen te beschermen tegen concurrentie van buiten de EU

7 De regering van de EU

8 Het parlement van de EU
Hoeveel weten jullie er binnen 3 minuten?
timer
3:00

Slide 14 - Diapositive

Wissel het antwoordenblad met die van een ander team.

Slide 15 - Diapositive




Algemeen
Antwoorden

Slide 16 - Diapositive

Vraag 1 
Kroatië is het nieuwste lid van de EU, moet je als je naar Kroatië reist een legitimatiebewijs meenemen?

JA, je moet je altijd kunnen legitimeren

Slide 17 - Diapositive

Vraag 2
1. kosten per broek 2,45 + 0,25 invroerrechten = 2,70
2,70 x 8000 + 4500 transportkosten = 26.100
26.100 x 103 % =
Vraag 2

1. kosten per broek €2,45 + €0,25 invroerrechten = €2,70 per broek 
€2,70 x 8000 + €4500 transportkosten = 26.100 
26.100 / 100 x 103 % = €26.883

2. 8000 x €2,90 + €1500 transportkosten = €24.700

Optie 2 is goedkoper

Slide 18 - Diapositive

Vraag 3


De regering van de EU heet :
Vraag 3


   

 B & D

Slide 19 - Diapositive

Vraag 4
Welk van de onderstaande zinnen geeft een voorbeeld van de interne markt:
A. Aan de broek die Sanne draagt zit een label met 'made in China
B. In heel Nederland kun je Bosche bollen kopen
C. Een Nederlands bergingsbedrijf bergt een cruiseschip voor de Franse kust 

Slide 20 - Diapositive


Op vakantie! 
Antwoorden

Slide 21 - Diapositive

Vraag 1: 
We gaan naar Honagrije. Hier betaal je met Forint. Hongarije valt dus niet onder de landen waar je met de Euro betaalt en valt dus buiten de Eurozone

Slide 22 - Diapositive

Vraag 2
De wisselkoers is €1,-  = 320 forint
Je wisselt €500,- om, hoeveel Forint krijg je?

Slide 23 - Diapositive

Vraag 3

Van de 5000 jongeren heeft 22% een bundel met roaming.
Dit zijn 1100 jongeren

Slide 24 - Diapositive




Begrippen
Antwoorden

Slide 25 - Diapositive

1 Een economisch samenwerkingsverband tussen 28 landen. 
De Europese Unie

2 Het kopen van producten en diensten in het buitenland. 
Invoer / Import

3 Het verkopen van producten en diensten aan het buitenland
Uitvoer / Export

4 De 19 landen waar je met de euro kunt betalen
Eurozone


5 Het open zijn van de grensen van alle EU-landen voor elkaars producten en diensten.
Interne Markt

6 Alle maatregels die de EU neemt om bedrijven uit EU-landen te beschermen tegen concurrentie van buiten de EU
Protectionisme

7 De regering van de EU
Europese Commissie

8 Het parlement van de EU
Europees Parlement

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive