herhaling regeling en waarneming/gedrag

Leren voor het SE
thema 5,6,7
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leren voor het SE
thema 5,6,7

Slide 1 - Diapositive

mee nemen naar SE
eigen binas? (waarschijnlijk)
rekenmachine niet grafisch
woordenboek

Slide 2 - Diapositive

herhaling thema 5 regeling

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

homeostase

Wordt berijkt door de samenwerking van verschillende organen
(regelkring)

Informatie word doorgegeven dmv neuronen (zenuwstelsel) of dmv hormonen (bloedvatstelsel)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Regeling hormonen
  • Neuronen in hypothalamus, verbinding zenuwstelsel en hypofyse, produceren neurohormonen (neurosecretie)
  • Neurosecretie oxitocine en ADH via neurohypofyse (achterkwab) naar bloed
  • Neurohormonen IH en RH  via haarvaten naar adenohypofyse (voorkwab), remmen of stimuleren afgifte hormonen

Slide 7 - Diapositive

controle
hypothalamus-hypofyse

Slide 8 - Diapositive

2. Iemand raakt met een arm een heet voorwerp aan en schreeuwt: "Auww!"
Via welke typen neuronen zijn dan impulsen geleid?
A
alleen via sensorische en via motorische neuronen
B
via sensorische, via motorische en via schakelneuronen
C
alleen via motorische neuronen
D
alleen via sensorische neuronen

Slide 9 - Quiz

1. In een zenuw, die het ruggenmerg en een onderarm met elkaar verbindt, bevinden zich uitlopers van neuronen. Welke typen neuronen kunnen dat zijn?
A
sensorische, motorische en schakelneuronen
B
alleen motorische en schakelneuronen
C
alleen sensorische en schakelneuronen
D
alleen sensorische en motorische neuronen

Slide 10 - Quiz

Soorten neuronen

Slide 11 - Diapositive

Welke zenuwen liggen in zijn geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
Motorische neuronen
B
sensorische neuronen
C
Schakelneuronen
D
Gemengde zenuwen

Slide 12 - Quiz

Ruggenmerg
  • Drie ruggenmergvliezen
  • Ruggenmergszenuwen
  • Rugkant gevoelszenuwen, verdikkingen door cellichamen sensorische neuronen (spinale ganglia)
  • Buikkant bewegingszenuwen

Slide 13 - Diapositive

motorische neuronen en sensorische neuronen
                       in de hersenschors

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

grijze stof (cellichamen)kun je zowel in de hersenen als in het ruggenmerg vinden. Waar in de twee onderdelen?
A
hersenen: aan de binnenkant ruggenmerg: aan de binnenkant
B
hersenen: aan de binnenkant ruggenmerg: aan de buitenkant
C
hersenen: aan de buitenkant ruggenmerg: aan de binnenkant
D
hersenen: aan de buitenkant ruggenmerg: aan de buitenkant

Slide 16 - Quiz

Reflexboog, de hersenen worden pas later geïnformeerd: via witte stof

Slide 17 - Diapositive

Rib
Gat voor ruggenmerg
Borstbeen
Borstwervel

Slide 18 - Question de remorquage

Ruggenmerg
  • Bevat zenuwen die van en naar hersenen gaan

Slide 19 - Diapositive

Ruggenmerg
  • Drie ruggenmergvliezen
  • Ruggenmergszenuwen
  • Rugkant gevoelszenuwen, verdikkingen door cellichamen sensorische neuronen (spinale ganglia)
  • Buikkant bewegingszenuwen

Slide 20 - Diapositive

Bas 5 Neurale regulatie
Leerdoelen:
  • je kunt de volgorde van openen en sluiten van ionkanalen toepassen
  • je kunt uitleggen hoe impulsgeleiding van zenuwcel naar zenuwcel gaat
  • je kunt de functie van de myelineschede uitleggen
  • je kunt uitleggen hoe een sterke en zwakke prikkel eruit ziet

Slide 21 - Diapositive

Een actiepotentiaal ontstaat óf wel, óf niet, er is geen tussenweg. Als deze ontstaat, gaat de lading altijd van - 70 mV naar +30 mV en weer via iets lager dan -70mV naar - 70 mV. Deze impulssterkte is altijd gelijk, voor elke zenuw.
De impulsfrequentie kan wel verschillen, bij een sterke prikkel ontstaat vaker een actiepotentiaal dan bij een zwakke prikkel.

Slide 22 - Diapositive

Synaps
  • Ruimte tussen twee zenuwcellen geleidt geen impulsen
  • Neurotransmitters geproduceerd als impuls bij einde axon aankomt
  • Neurotransmitters losgelaten in synaptische spleet
  • Binden aan receptoren volgende zenuwcel
  • Nieuwe impuls ontstaat

Slide 23 - Diapositive

neurotransmitter in synaps

Slide 24 - Diapositive

In de afbeelding is schematisch weergegeven op welke wijze enkele neuronen in een bepaalde reflexboog met elkaar zijn verbonden.
Door uitrekking van de spier P ontstaan impulsen in de sensorische vezel verbonden met het spierspoeltje.  

Daarop volgt een reflex die de spier weer in de oorspronkelijke toestand brengt. Een aantal synapsen en schakelingen is genummerd.

Slide 25 - Diapositive

waarneming en gedrag

Slide 26 - Diapositive

verschillende soorten receptoren
adequate prikkels
het oog (87C)
accomoderen

pupilreflex
netvlies
diepte zien
prikkel
ethologie


motivatie
sleutelprikkel
supranormale prikkel

Slide 27 - Diapositive

adequate prikkel
Een prikkel waar het zintuig gevoelig voor is, heet een adequate prikkel voor dat zintuig.

Voor de gezichtszintuigen is licht de adequate prikkel.
Voor de gehoorzintuigen is geluid de adequate prikkel.
Voor de reukzintuigen is geur de adequate prikkel.
Voor de smaakzintuigen zijn zoet, zout, zuur en bitter adequate prikkels.
Voor de gevoelszintuigen zijn druk, warmte, kou en pijn adequate prikkels.

Slide 28 - Diapositive

Accomoderen

Slide 29 - Diapositive

Scherp zien
Je kan scherp zien doordat je je ooglens boller en platter kunt maken (= accomoderen).

Bol = dichtbij
Plat = veraf

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Bouw en werking netvlies, 87C

Slide 32 - Diapositive

verdeling
staafjes en kegeltjes
over het netvlies

Slide 33 - Diapositive

Bas 4 Gedrag beschrijven
Leerdoelen:
  • je kunt toelichting wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld
  • je kunt omschrijven hoe gedrag bestudeerd wordt
  • de invloed van onderzoek op de maatschappij uitleggen

Slide 34 - Diapositive

gedrag
bst 4 blz 112

Slide 35 - Diapositive

Sleutelprikkel en supranormale prikkels
  • Sleutelprikkel --> een prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het ontstaan van gedrag.
  • Supranormale prikkel --> een kunstmatige prikkel die een sterker gedrag opwekt dan de natuurlijke sleutelprikkel.

Slide 36 - Diapositive

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.

Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
honger
B
het bewegen van het nest
C
het ruiken van de worm
D
het zien van de ouder

Slide 37 - Quiz

Leerprocessen
  • Gewenning
  • Inprenting
  • Imitatie
  • Conditionering (trial and error, geconditioneerde reflex en beloning)
  • Inzicht

Slide 38 - Diapositive

aangeboren gedrag

Aangeboren gedrag wordt via genen van ouders op kind doorgegeven. Dit gedrag levert een grotere overlevingskans voor dit individu op bij interne en externe prikkels.

Door leerprocessen wordt dit aangeboren gedrag aangepast aan veranderende omstandigheden.

Slide 39 - Diapositive

thema 7 ecologie en milieu
biotisch en abiotische factoren

Slide 40 - Diapositive

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Concurrentie - / -
  • Predatie - / +

Slide 41 - Diapositive

Voedselketen
Begint ALTIJD met een Producent -> Plant.

Daarna komen consumenten. 

Tussen de voedselketens staan altijd een pijltje.
Elke soort is een schakel in de voedselketen.

plant -> planteneter -> vleeseter/alleseter

Slide 42 - Diapositive

Voedselketen
Begint ALTIJD met een Producent -> Plant.

Daarna komen consumenten. 

Tussen de voedselketens staan altijd een pijltje.
Elke soort is een schakel in de voedselketen.

plant -> planteneter -> vleeseter/alleseter

Slide 43 - Diapositive

piramide van biomassa

Slide 44 - Diapositive

Vorming pioniersecosysteem

Slide 45 - Diapositive

Indicatorsoorten
Een indicatorsoort geeft aanwijzingen over kenmerken van het milieu. 

Slide 46 - Diapositive


Primaire successie
Secundaire successie
Indicatorsoorten

Slide 47 - Diapositive

Koolstofkringloop
 Koolstofkringloop

Slide 48 - Diapositive

Stikstofkringloop
Nitriet- en nitraatbacteriën staan ook in de stikstofkringloop (BINAS 93G)

Slide 49 - Diapositive

Probleem insecticiden: resistentie

Slide 50 - Diapositive

accumulatie

Slide 51 - Diapositive

Biologische bestrijding

Slide 52 - Diapositive