3.5 Schimmels

3.5 | Schimmels
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

3.5 | Schimmels

Slide 1 - Diapositive

SCHIMMELS

Slide 2 - Diapositive

Planning
Herhaling
Uitleg bouw schimmels
Tekenen schimmel cel
Uitleg 3.5
Opdrachten maken 3.5
Wat heb je onthouden?

Slide 3 - Diapositive

In welk rijk of in welke rijken komen eencellige organismen voor?
In het rijk van de .....
A
bacteriën
B
dieren
C
planten
D
schimmels

Slide 4 - Quiz

1. Dit rijk heeft geen celwand
2. Dit rijk heeft geen kern
A
1. Schimmels 2. dieren
B
1. Dieren 2. bacteriën
C
1. Dieren 2. Schimmels
D
1. Schimmels 2. Bacteriën

Slide 5 - Quiz

1. Dit rijk heeft geen kern
2. Dit rijk heeft bladgroenkorrels
A
1. bacteriën 2. planten
B
1. schimmels 2. bacteriën
C
1. bacteriën 2. schimmels
D
1. schimmels 2. planten

Slide 6 - Quiz

Rijk van de planten
Rijk van de dieren
Rijk van de schimmels
Rijk van de bacteriën

Slide 7 - Question de remorquage

Rijk
Orde
Geslacht
Stam

Slide 8 - Question de remorquage

Rijk
Stam
Klasse
Orde
Geslacht
Soort
Familie

Slide 9 - Question de remorquage

Schimmelcel
Teken de cel!
Zet alle namen erbij
timer
4:00

Slide 10 - Diapositive

Leerdoelen
3.5.11 Je kunt kenmerken noemen van schimmels.
3.5.12 Je kunt uitleggen dat schimmels zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn, en hiervan voorbeelden noemen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Schimmel
Ze bestaan uit lange, dunne draden die je schimmeldraden noemt.  

Als er schimmel op je boterham zit, zie je die schimmeldraden als 'pluisjes'

Slide 13 - Diapositive

Schimmel
Celkenmerken
Schimmels hebben een celkern. 
Ze hebben ook een celwand. 
Ze hebben geen bladgroenkorrels. 

Ze bestaan uit lange, dunne draden die je schimmeldraden noemt.  

Als er schimmel op je boterham zit, zie je die schimmeldraden als 'pluisjes'

Slide 14 - Diapositive

Schimmels
Schimmelcellen hebben:
CelkernenCelmembraan, Celwanden, geen bladgroen- korrels.

Doen schimmels aan fotosynthese?

Slide 15 - Diapositive

Schimmels
Schimmels bestaan uit lange schimmeldraden.

Ze planten zich voort met sporen die groeien aan het einde van een schimmeldraad of in een speciaal voortplantingsorgaan: de paddenstoel.

Slide 16 - Diapositive

Schimmels
Meercellig: 
  • Bestaat uit schimmeldraden
  • Voortplanting door sporen, uit een paddenstoel of aan het uiteinde van een schimmeldraad.


Slide 17 - Diapositive

Meercellige schimmel 
zoals paddestoelen

Eencellige schimmels 
eencellige schimmels zijn gisten

Slide 18 - Diapositive

Schimmels
Schimmels kunnen ééncellig- of meercellig zijn.

- Eéncelligen:
   Gisten
- Meercelligen: 
   Bestaan uit schimmeldraden
   bijvoorbeeld paddenstoelen 


Slide 19 - Diapositive

                                                          Gist 

Slide 20 - Diapositive

Gist
gist is een eencellige schimmel.

er groeit een knop aan de gistcel en hieruit groeit een nieuwe gistcel dit noemen we deling. Zie het plaatje.

Slide 21 - Diapositive

(gist)

Slide 22 - Diapositive

Nut en schade
  • De meeste soorten schimmels voeden zich met dode planten of dierenresten. Dat is nuttig van zo wordt de natuur opgeruimd
  • Maar sommige schimmels kunnen ziekten veroorzaken bij planten of dieren dat heet een infectie

Slide 23 - Diapositive

Nut en schade
 Schimmels worden gebruikt voor:
  • Brood, bier, wijn en kaas.
Schimmels worden gebruikt om geneesmiddelen te maken.
  • Penicilline

Schimmels kunnen ook gevaarlijk zijn:

Slide 24 - Diapositive

Nuttige schimmels


Speciale soorten schimmels spelen een rol bij het maken van voedingsmiddelen.

Champignons en cantharellen zijn schimmels die we kunnen eten.
Schimmelkaas
1
Gist is een eencellige schimmel.
Gebruikt voor het rijzen van deeg
2
Schimmel speelt een rol bij maken van bier / wijn
3
cantharellen en champignons
4

Slide 25 - Diapositive

Maken
Opdrachten 1 t/m 9
Thema 3 basisstof 5
Klaar? Kleur je schimmel-cel in

Slide 26 - Diapositive

schimmels hebben geen celwand
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Wat is een voortplantingsorgaan van een schimmel?
A
Bloem
B
Sporenhoopje
C
Sporendoosje
D
Paddenstoel

Slide 28 - Quiz

Zie je op de foto schimmeldaden weergeven?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 29 - Quiz

Hoe voorplanten schimmels zich?
A
sporen
B
deling
C
zaden

Slide 30 - Quiz

Schimmels zijn:
A
Altijd eencellig.
B
Eencellig of meercellig.

Slide 31 - Quiz

Welke is een schimmel?
A
een champignon
B
salmonella
C
een oogdiertje
D
Franse kaas

Slide 32 - Quiz

Wat hebben schimmels niet?
A
Celwand
B
Bladgroenkorrels
C
Celkern
D
Celplasma

Slide 33 - Quiz

Welke is een ééncellige schimmel?
A
champignon
B
paddenstoel
C
gist
D
zowel a,b als c

Slide 34 - Quiz

schimmels kunnen ziekten veroorzaken, wat is een voorbeeld van ziekte door schimmel
A
koortslip
B
longontsteking
C
zwemmerseczeem
D
hoofdluis

Slide 35 - Quiz

Lucas heeft zijn brood te lang bewaard, er is schimmel op gekomen. De schimmel zit op het brood om
A
te groeien
B
te voeden
C
voort te planten
D
waar te nemen

Slide 36 - Quiz

Schimmels worden ook gebruikt in de geneeskunde. Een medicijn van schimmels heet...
A
anti-schimmelcrème
B
antibiotica
C
paracetamol
D
ibuprofen

Slide 37 - Quiz

zijn meercellige schimmels opgebouwd uit schimmeldraden?
A
ja
B
nee

Slide 38 - Quiz

Fusariumschimmels kunnen bij planten ziekten veroorzaken. Ze dringen via jonge wortels de plant binnen en groeien verder in de houtvaten. Tanja bekijkt door een microscoop een stukje wortel van een plant die ziek is door zo’n schimmel. Ze ziet wortelcellen en schimmelcellen. Heeft een wortelcel een celwand? En heeft een schimmelcel een celwand?
A
Geen van beide cellen heeft een celwand.
B
Alleen een wortelcel heeft een celwand.
C
Alleen een schimmelcel heeft een celwand.
D
Zowel een wortelcel als een schimmelcel heeft een celwand.

Slide 39 - Quiz

Schimmels worden ook gebruikt in de geneeskunde. Een medicijn gemaakt van schimmels heet...
A
anti-schimmelcrème
B
antibiotica
C
paracetamol
D
ibuprofen

Slide 40 - Quiz

Hoe voorplanten schimmels zich?
A
sporen
B
deling
C
zaden

Slide 41 - Quiz