Les: Vooroordelen

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

Feuilles de travail

Werkblad: Overeenkomsten.docx

Vooroordelen

Les

1. Opening 

Bekijk in tweetallen de afbeelding hieronder. Bespreek het eerste wat bij je opkomt bij elk persoon op de afbeelding.

Leerlingen bespreken het eerste wat in ze opkomt. Bijv. Het meisje in het midden is een nerd want ze draagt een bril. Uit deze opening komen vooroordelen van leerlingen naar voren. In de uitleg wordt hier verder op in gegaan.

Leerdoelen

Na deze les:

• Kan ik in eigen woorden uitleggen wat vooroordelen zijn.
• Kan ik uitleggen dat ik meer overeenkomsten heb met klasgenoten dan ik vooraf had gedacht.

1. Opening

2. Theorie

3. Aan de slag

4. Afsluiting 

Je krijgt meer uitleg over het onderwerp, gevolgd door een opdracht om je kennis te toetsen.

Het onderwerp en leerdoelen worden geïntroduceerd en je doet een kleine opdracht.

Je gaat nu zelf aan de slag en voert een opdracht uit.

De leerdoelen worden herhaald en de les is voorbij.

Inhoudsopgave les

Je krijgt nu uitleg over dit onderwerp.

2. Theorie

Vooroordelen

• Theorie 1
• Theorie 2

Vaak hebben we al een oordeel over iemand zonder dat we diegene kennen. Waarom doen we dit?

In het begin van de les heb je nagedacht over wat je van personen op een afbeelding vond.

Vooraf hebben we al een beeld van een persoon zonder dat we diegene kennen, "Die is saai." of "Die vindt gamen niet leuk." Dit noemen we vooroordelen.

Vooroordelen kunnen ervoor zorgen dat je iemand niet aanspreekt of vooraf al je mening over iemand hebt zonder dat je diegene kent.

Theorie 1: Vooroordelen

Vooroordelen kunnen ervoor zorgen dat we niet met een bepaalde klasgenoot praten. Dat is zonde.

Vaak kun je verrast worden door de overeenkomsten die je deelt met iemand, zelfs als je dat niet meteen had verwacht. Niet alles is namelijk zichtbaar aan de buitenkant. Vergelijk het met een ijsberg. Er is veel meer te ontdekken onder het oppervlak.

Theorie 2: Overeenkomsten

Om te ontdekken dat je veel overeenkomsten hebt met je klasgenoten schrijf je eerst informatie over jezelf op. 

Doe dit op een blaadje of in het werkblad.

Hou de antwoorden voor nu voor jezelf.

3. Aan de slag: Deel 1

In het aan de slag gedeelte gaan leerlingen de antwoorden met elkaar uitwisselen. 

Je gaat nu rondlopen in de klas met je antwoorden in de hand.

Zoek iemand die:

• Dezelfde leeftijd heeft.
• Uit dezelfde woonplaats komt.
• Hetzelfde lievelingsvak heeft.
• Dezelfde hobby's heeft.
• Qua eigenschappen op jou lijkt.

Tip!

Wissel je antwoorden met klasgenoten die je nog niet zo goed kent.

3. Aan de slag: Deel 2

Laat leerlingen 5 a 10 minuten rondlopen om hun antwoorden uit te wisselen. 

Doe vervolgens een nabespreking:

• Welke overeenkomsten had je met iemand die je niet had verwacht?
• Welke klasgenoot ken je nu beter?
• Heb je iemand gevonden waarmee je heel overeenkomsten had?

Dit kan ik nu:

 

• Ik kan uitleggen wat vooroordelen zijn.
• Ik kan uitleggen dat ik meer overeenkomsten heb met klasgenoten dan ik vooraf had gedacht.

4. Afsluiting