8 Sprachstadt 24-25 Im Supermarkt

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Programm dieser Stunde

1. Formative Prüfung: Im Restaurant/ Auf dem Campingplatz/ Im Supermarkt

2. Hausaufgaben aufschreiben

3. Meme der Woche

4. Aussprache-Wettkampf

5. Aufgabe im Supermarkt

6. An die Arbeit: Seite 16-21

7. Lernzielcheck

Lernziele

Am Ende dieser Stunde ..

- habe ich einem Gespräch im Supermarkt geübt und kann ich Einkaufen machen und die Rolle von Kunde ausspielen.

- habe ich in einer Aussprache-Wettkampf meiner Aussprache geübt und kann ich erzählen welche Wörter ich verbessert habe.

Formative Prüfung

Formatieve Toets

1. Zullen we om kwart voor zeven afspreken?

2. Ik had graag de rekening, alstublieft

3. Ik zou wat drinken willen, alstublieft.

4. Mag ik u iets vragen?

5. Het eten is te koud.

6. Ik wil graag 250 gram kaas

7. Wat is er vandaag in de aanbieding?

8. Waar vind ik de groenteafdeling?

9. Kunt u het voor mij alsjeblieft inpakken?

10.Dank u wel en een fijne dag nog

Mijn leerplan voor volgende les:

1. Hoe heb ik de test vandaag gemaakt?
   
2. Welke zinnen/woorden wist ik nog niet?
3. Ga ik het de komende week anders doen?
   
4. Wat ga ik leren?
   
5. Hoe ga ik leren?
   
6. Met hulp van wie (herinneren om te leren/overhoren)?
   
7. Waar ga ik leren?
   
8. Hoe vaak per week? 
9. Hoeveel minuten?
   
10. Op welk tijdstip van de dag is handig?

Hausaufgaben aufschreiben

Voor volgende week:

1. leer elke dag de zinnen Im Supermarkt van NL naar Duits en herhaal  Auf dem Campingplatz & Im Restaurant → je krijgt er opnieuw een formatief toetsje over tijdens de les

2. maak blz 17, 18, 19,20,21 in je Sprachstadtboekje 

Meme der Woche

Was bedeutet dieser Meme?

Kennt ihr dieses Gefühl und was macht ihr wann ihr das Gefühl habt?

Aussprache-Wettkampf: Seite 16

🎯 Doel van de oefening: 

In je MC oefen je de uitspraak van moeilijke Duitse woorden uit de supermarkt. Je spreekt om de beurt een Duits woord uit. Extra punten verdien je als je het woord ook goed gebruikt in een logische Duitse zin. 

📋 Instructies: 

Bekijk het scoreformulier met de 10 Duitse woorden. 

Om de beurt spreekt iedere leerling 1 woord hardop uit. 

De andere leerling(en) beoordelen: 

Is het woord goed uitgesproken?  --> 1 punt

Is het goed in een correcte  logische Duitse zin gebruikt? --> bonuspunt

Noteer je score in het formulier. 

De persoon met de meeste punten aan het einde wint!

Geef antwoord op de vraag: Wer hat gewonnen. ...habe/hat gewonnen.

Schreibaufgabe 3 Im Supermarkt: Seite 18 bis 21

📄 Dialoog – „Im Supermarkt“ 

Gebruik zinnen uit de woordenlijst op blz 23. Vul op blz 18/19/20/21 alles in. Let op! wat de medewerker zegt, staat er al. Snap je het niet? --> translate. Zorg dat jouw vraag als klant logisch is.

✅ Minstens 11 zinnen verplicht! Extra zinnen = extra goed/boven niveau!

 Hierna speel je de scene uit.

 Aufgabe 3: Sprechübung – Du bist der Kunde / die Kundin 

🎯 Doel van de opdracht: 

Je oefent hoe je als klant in een Duitse supermarkt een gesprek begint en leidt. Je gebruikt zinnen uit de woordenlijst die je al geleerd hebt op blz 23.

📋 Situatie: 

Je bent klant in een Duitse supermarkt. Je zoekt de volgende producten op het boodschappenlijstje, stelt vragen over afdelingen, prijzen en aanbiedingen, en je sluit het gesprek vriendelijk af. Jij neemt het initiatief! 

Hulpmiddelen: blz 23 van je Sprachstadtboekje

Klaar? Wissel van rol en oefen net zo lang totdat je het uit je hoofd kent.

 Aufgabe 3: Sprechübung – Du bist der Kunde / die Kundin 

✅ In jouw dialoog moet je (minstens één keer elk): 

• De medewerker groeten en om hulp vragen 
• Vragen waar iets staat (richting of afdeling) 
• Iets vragen bij de kaas-/vleesafdeling 
• Vragen naar gesneden/geraspte producten 
• Vragen of er iets in de aanbieding is 
• De prijs vragen 
• Aangeven hoeveel je wilt (gram/kilo) 
• Vragen om een tas 
• Afrekenen en beleefd afsluiten 

🛒 Einkaufsliste :

2 Äpfel 🍏 

3 Bananen 🍌 

1 Brot 🍞 

1 Liter Milch 🥛 

200 g Käse 🧀 

6 Eier 🥚 

1 Liter Saft 🧃 

1 Tafel Schokolade 🍫 

200 g Putenbrust 

Welche neue Wörter hast du heute gelernt?

Feedbackaufgabe:

Welche Aussprache ist Korrekt? Was machen die Sprecher gut? 

Welche Fehler werden noch gemacht?

Reflexion

Beantwoord deze vragen kort: 

Was hast du gut gemacht? 

............................................................................................. 

Was kannst du noch besser machen? 

............................................................................................. 

Welche Sätze waren nützlich für dich? 

............................................................................................. 

 

Lernzielcheck: Welche 3 Wörter sind für dich noch schwer auszusprechen? Und wie spricht man diese Phonetisch aus?

Lernzielcheck: Ich habe Heute mein Sprechfertigkeit verbessert in einer Dialog wobei ich die Kunde/Kundin war.

😒🙁😐🙂😃

Extra: Ich mache Einkaufen und kaufe...

Opdracht:

Je gaat binnen je MC bezig met een variatie op ik ga op vakantie en ik neem mee. Hierbij ga je naar de Supermarkt en doe je boodschappen. Aan jullie de taak om zo ver mogelijk te komen in het samenstellen van een boodschappenlijstje. Hoe verder je komt, hoe meer punten je krijgt.