Paragraaf 5.2

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is een dijk?
A
Een dijk is door mensen gegraven.
B
Een dijk is door mensen gemaakt.
C
Een dijk houd water tegen.
D
Een langgerekte verhoging die het water van de rivier tegenhoud.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

dit is een goed voorbeeld van een zeepolder
A
B
C

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

dit is een goed voorbeeld van een veenpolder
A
B
C

Slide 11 - Quiz

Door afwatering zakt de bodem van veenpolders in, dat proces noem je
A
verklinking
B
verstening
C
inklinking
D
instening

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Wat is een droogmakerij?
A
Het gebied dat afwatert op een rivier
B
Een drooggemaakt veenmoeras, dat door het laten weglopen van water is ingeklonken
C
Een door mensen aangelegde waterkering tegen overstromingen.
D
Een drooggemaakt meer of stuk van zee

Slide 14 - Quiz

In de polders wordt de waterstand geregeld met een gemaal.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Op de foto zie je 2 wielen. Hoe ontstaan wielen?
A
regenval
B
omhoogstromend grondwater
C
dijkdoorbraken
D
mensen

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Waarom is de afsluitdijk gebouwd?
A
om het achterliggende land te beschermen
B
om energie op te wekken
C
om zoet en zout water te scheiden
D
om makkelijker naar Friesland te kunnen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Flevoland is een
A
droogmakerij
B
veenpolder
C
zeepolder
D
ijselmeerpolder

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

wat is het deltaplan?
A
een plan om te zorgen dat de rioleringen niet kapot gaan
B
een plan om te zorgen dat er geen overstromingen komen
C
een vliegtuigongeluk
D
een plan aan het einde van de rivier

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Bij welke letter zie je de uiterwaarden?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 34 - Quiz

Wat is het verschil tussen een zomerdijk en een winterdijk?
A
Een winterdijk wordt in de herfst opgebouwd en in de lente afgebroken
B
Een zomerdijk is minder stijl zodat je er goed op kunt picknicken
C
Een winterdijk is hoger dan een zomerdijk
D
De winterdijk is ter bescherming tegen het ijs

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Diapositive