4.9 Spelling les 2

4.9 Spelling les 2
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.9 Spelling les 2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kent het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
- Je kent het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. 
- Leestekens: trema, apostrof en accent.
- Twintig dicteewoorden.
VMBO: - Je weet wanneer je een tussen-n of een tussen-s moet schrijven in een samenstelling. 

Slide 2 - Diapositive

Woord van de week

Wijselijk

Slide 3 - Diapositive

Woord van de week

Inslaan als een bom

Slide 4 - Diapositive

Start les. 
Stillezen 


timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk
Vragen?

H4.9 maken opdracht
1 tot en met 6

VMBO: H4.8 1-3, 6 en 7

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Huiswerk
 

VMBO:
H4.8 8 -10


Slide 8 - Diapositive

Trema:

Hoe schrijf je het woord?

Slide 9 - Question ouverte

Trema
  • Als je in één woord twee klinkers niet als één klank mag lezen: bijv. ruïne, beïnvloeden
  •  Als het woord zonder trema verkeerd kan worden uitgesproken. Je schrijft dus géén trema op: buiig, beoefenen, financieel.
  • In het meervoud van zelfstandige naamwoorden op: -ee: ideeën
  • In het meervoud van zelfstandige naamwoorden op -ie: kopieën

Je schrijft het trema op de plek waar de nieuwe lettergreep begint. 

Slide 10 - Diapositive

Apostrof

Hoe schrijf je de woorden:

Slide 11 - Question ouverte

Apostrof
Een apostrof gebruik je:
  • Als één of meerdere letters zijn weggelaten: Ik heb 'm nog in 't buurthuis gezien.
  • Bij bezitsaanduidingen van woorden die eindigen op een s-klank of op een lange klinker die je met één letter schrijft: Dennis'rugzak.
  • Na cijfers, afkortingen en afleidingen: vmbo'er, A4'tje.

Slide 12 - Diapositive

Accent

Hoe schrijf je het woord:

Slide 13 - Question ouverte

Accent
Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt: café, crème, hé!

We gebruiken in het Nederlands drie accenttekens, afkomstig uit het Frans:
  • accent aigu (streepje naar rechts): cliché.
  • accent grave (streepje naar links): barrière.
  • accent circonflexe (dakje) enquête.
Soms ook op nadruk te leggen op bepaald woord: hét

Slide 14 - Diapositive

Dictee

Slide 15 - Diapositive

1.
2.
3.
4.

Slide 16 - Question ouverte

5.
6.
7.
8.

Slide 17 - Question ouverte

9.
10.
11.
12.

Slide 18 - Question ouverte

13.
14.
15.
16.

Slide 19 - Question ouverte

17.
18.

Slide 20 - Question ouverte

Huiswerk
HAVO/VWO:
H4.9 Opdracht 7 tot en met 10

VMBO:
H4.8 -10


Slide 21 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kent het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
- Je kent het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. 
- Leestekens: trema, apostrof en accent.
- Twintig dicteewoorden.

Slide 22 - Diapositive