AFP Zenuwstelsel 4

• AFP
• MBO
• Studiejaar 1

2.9 Het zenuwstelsel

F - Hersenvliezen, liquor en onwillekeurige zenuwstelsel

leerdoel

• je benoemt de hersenvliezen en hun functie
• je noemt de functie van hersenvloeistof (liquor)
• je omschrijft functies van het onwillekeurige zenuwstelsel

Het CZS wordt beschermd door...

• botvlies (b)
• bot (schedel, wervelkolom)
• 3 hersenvliezen (harde hersenvlies, spinnenwebvlies en zachte hersenvlies)

h

s

z

b

2 hersenvliezen

binnenin de hersenen zijn er ruimtes (kamers) gevuld met hersenvocht...

• zowel links als rechts liggen de grootste kersenkamers (1 en 2)

2 hersenkamers

1

2

binnenin de hersenen zijn er ruimtes (kamers) gevuld met hersenvocht...

• via de middenkamer (3) stroomt vocht richting het ruggenmerg

2 hersenkamers

3

binnenin de hersenen zijn er ruimtes (kamers) gevuld met hersenvocht...

• via een smalle buis komt het vocht in de 4e hersenkamer en gaat door tot aan het onderste punt van het ruggenmerg

2 hersenkamers

4

zo wordt het CZS goed beschermd tegen schokken en bewegingen...

• het hersenvocht werkt als schokdemper, maar ook...
• zorgt het voor voeding (er zit glucose in liquor)
• zorgt het voor afweer (er zitten WBC in liquor)

2 hersenvocht

onwillekeurig zenuwstelsel

het regelt alle onbewuste reacties...

• werking van alle organen
• vitale functies
• samenwerking tussen organen

gevoelszenuw

bewegingszenuw

3 onwillekeurig ZS

het regelt alle onbewuste reacties...

• het brein regelt of het lichaam actief (stress) moet worden of juist passief (rust)

hypothalamus

gevoelszenuw

zintuig

stress

rust

bewegingszenuw

3 onwillekeurig ZS

stress systeem

rust systeem

parasympatisch

(ortho)sympatisch

• alle organen zijn verbonden met het onwillekeurig zs.
• het ozs. zet organen in de...
• stress of rust stand
• dit is een evenwicht

S

R

3 onwillekeurig ZS

30.7 Ziekten vh zenuwstelsel

E - Epilepsie

leerdoel

• je noemt oorzaken en gevolgen van epilepsie

epilepsie is een aandoening waarbij regelmatig aanvallen van veranderingen in de elektrische activiteit in de hersenen optreden...

2 epilepsie

de aanvallen (insulten) kunnen ingedeeld worden in...

• het ontstaan in de hersenen (één bepaald gebied = focaal, overal = gegeneraliseerd)
• met of zonder bewustzijn
• andere (motorische, sensibele) klachten

2 epilepsie

1 focale aanval bij bewustzijn...

• trekjes in hand of gezicht
• lichtflitsen zien, geluidjes horen

2 epilepsie

3 tonisch-clonische aanval...

• friemelen, plukken, likken
• grimassen, smakken
• zich het nauwelijks herinneren

2 epilepsie

3 tonisch-clonische aanval...

bestaat uit drie delen

• de krampfase (tonische fase)
• alle spieren verkrampen
• tongbeet
• apneu

2 epilepsie

3 tonisch-clonische aanval...

bestaat uit drie delen

• de schudfase (clonische fase)
• alle spieren gaan schokken
• schuimbekken

2 epilepsie

3 tonisch-clonische aanval...

bestaat uit drie delen

• de verslappingsfase (rustfase)
• alle spieren raken steeds meer verslapt
• hard snurken en diepe slaap
• urineverlies en/of braken

2 epilepsie

4 absence...

• dagdromen, voor zich uitstaren
• kort van duur
• pas merkbaar als het vaak gebeurt

2 epilepsie

5 myoclonie...

• kortdurende schokken in armen of benen
• soms ook rondom de mond
• bewustzijn is goed tot iets minder

2 epilepsie