Persoonsvorm

Wat is een persoonsvorm?
Het is een werkwoord( doe woord)

Je kunt het dus doen.

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat is een persoonsvorm?
Het is een werkwoord( doe woord)

Je kunt het dus doen.

Slide 1 - Diapositive

Hoe kun je de persoonsvorm vinden?
-  Je maakt de zin vragend ( vraagproef)
- Je veranderd de tijd van de zin. ( v.t / t.t)
- Zet de zin in enkel/meervoud.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is de p.v
Mijn moeder moppert vaak.
A
moeder
B
moppert
C
mijn

Slide 4 - Quiz

p.v?
Dat kind loopt de hele dag te huilen.
A
dat
B
huilen
C
loopt

Slide 5 - Quiz

p.v
Gisteren was de film te laat afgelopen
A
was
B
de
C
afgelopen

Slide 6 - Quiz

De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 8 - Quiz

Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden, welke is NIET juist?
A
Vraagzin van maken
B
Tijd veranderen
C
Voorste woord kiezen
D
Hoeveelheid veranderen

Slide 9 - Quiz

wat is de persoonsvorm
Francina maakte veel grappen.
A
grappen
B
maakte
C
school
D
veel

Slide 10 - Quiz

wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.
A
Jacob
B
gamen
C
wil
D
graag

Slide 11 - Quiz

Wat weet je over de persoonsvorm?

Slide 12 - Carte mentale

Weet je nu wat de persoonsvorm is?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz