BK TH grammatica h3 (aangepaste versie)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Grammatica H3

Soorten werkwoorden

Welke woordsoorten ken je nog?

Wat is het voorzetsel in de volgende zin?
Tijdens de reclame pakte Jip een bakje chips.

1. tijdens
2. reclame
3. bakje
4. chips

Wat is het BN in de volgende zin?
Is jouw katje al erg oud?

1. is
2. katje
3. erg
4. oud

Welke woordsoort klopt?
Over het huiswerk klaagde de leerling.

1. over = bijvoeglijk naamwoord
2. het = voorzetsel
3. huiswerk = werkwoord
4. klaagde = werkwoord

Wat zijn de werkwoorden in de zin?
Polly heeft een grote appel gegeten.

Wat zijn de werkwoorden in de zin?
Ik heb altijd al een puppy willen hebben.

Voorbeelden: 

     

     X                                                         X                                X

Ik at een koekje                             Ik heb een koekje gegeten       

    zww                                                 hww                        zww

       

Oefenen

1. Els liep naar het strand. 

2. De droevige man had een bloemetje gekregen. 

3. Op die boze mail had ik niet gereageerd. 

Angela bracht een doos bonbons.

1. bracht = hww
2. bracht = zww

De politie heeft mij een bekeuring gegeven.

1. heeft = hww
2. heeft = zww

Rianne is vanmorgen oma geworden.

1. geworden = hww
2. geworden = zww

Herhaling van de vorige les:
Welke 2 soorten werkwoorden zijn er?

Lisa verbetert de fouten in de zin.

1. verbetert = hww
2. verbetert = zww

Hoeveel zelfstandige werkwoorden kunnen er in een zin staan?

1. 1
2. 2
3. 3

Er staat altijd een HWW in de zin.

1. juist
2. fout

Wat is het hww?

Jonas heeft zijn huiswerk gemaakt.

1. heeft
2. gemaakt

Kan je meer hulpwerkwoorden in een in hebben?

1. ja
2. nee

Wat is het zww in de volgende zin?
Ik heb altijd al willen vliegen.

1. heb
2. willen
3. vliegen

Ik heb een katje altijd al willen kopen.

Wat zijn de hulpwerkwoorden?

1. heb
2. heb, willen
3. kopen
4. heb, willen, kopen