Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling
Lezen uit je leesboek
10 minuten
in stilte
1 / 40
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lezen uit je leesboek
10 minuten
in stilte
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek
Werkwoordspelling
Alles herhalen
Afsluiter
Slide 2 - Diapositive
Werkwoordspelling
Eventjes herhalen
Slide 3 - Diapositive
QUIZ werkwoordspelling
T
egenwoordige tijd:
stam / stam+t / hele werkwoord
Verleden tijd
: TaXi KoFSCHiP
Staat de laatste letter van de stam erin?
Ja-> stam+t Nee-> stam+d
Voltooid verleden tijd:
TaXi KoFSCHiP
Ja-> ge/be/ver-woord+t Nee-> ge/be/ver-woord+d
Ontvoltooid deelwoord:
hele werkwoord + d
Slide 4 - Diapositive
Wat is de stam van een werkwoord?
Slide 5 - Question ouverte
Noem de stam en de ik-vorm van het werkwoord verhuizen
Slide 6 - Question ouverte
Noem de stam en de ik-vorm van het werkwoord voelballen
Slide 7 - Question ouverte
Noem de stam en de ik-vorm van het werkwoord worden
Slide 8 - Question ouverte
Schrijf zoveel mogelijk voltooid deelwoorden op.
Slide 9 - Carte mentale
Wanneer eindigt een voltooid deelwoord op een 'd' en wanneer op een 't'?
Slide 10 - Question ouverte
TaXi KoFSCHiP
Verleden tijd:
Staat de laatste letter van de stam erin?
Ja-> stam + t Nee-> stam + d
Voltooid verleden tijd:
Staat de laatste letter van de stam erin?
Ja-> ge/be/ver-werkwoord + t
Nee -> ge/be/ver/werkwoord + d
Slide 11 - Diapositive
't SeXy FoKSCHaaP
Slide 12 - Diapositive
Engelse werkwoorden
checken, racen, gamen
Je vervoegt deze werkwoorden net zoals andere Nederlandse werkwoorden.
checken – hij checkt – hij checkte – ik heb gecheckt
showen – hij showt – hij showde – ik heb geshowd
Slide 13 - Diapositive
Engelse werkwoorden
Soms schrijf je een extra, onhoorbare e achter de stam.
racen – ik racete (niet: ik racte)
timen – ik timede (niet: ik timde)
Soms schrijf je twee medeklinkers aan het eind van de ik-vorm. Zo maak je duidelijk dat je het woord op z’n Engels uitspreekt.
passen – ik passte
appen - ik appte
Slide 14 - Diapositive
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 15 - Quiz
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 16 - Quiz
Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 17 - Quiz
Kies het juiste werkwoord:
"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant
Slide 18 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 19 - Quiz
Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.
A
antwoorde- verzuchtte
B
antwoordde, verzuchtte
C
antwoordde-verzuchte
D
antwoorde-verzuchte
Slide 20 - Quiz
(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt
Slide 21 - Quiz
Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).
A
vermoet, vind
B
vermoedt, vindt
C
vermoed, vindt
D
vermoed, vind
Slide 22 - Quiz
Engelse werkwoorden
De miljonairsdochter is door drie onbekende mannen (kidnappen)
A
kidgenapt
B
gekidnapt
C
gekidnapped
D
gekidnapd
Slide 23 - Quiz
Engelse werkwoorden
Zet het werkwoord in de verleden tijd
Hij ... (barbecueën)
A
barbecude
B
barbecuede
C
barbecuedde
D
barbecudde
Slide 24 - Quiz
Engelse werkwoorden
Zet het werkwoord in de verleden tijd
Hij ... (racen)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 25 - Quiz
Engelse werkwoorden
Zet het werkwoord in de verleden tijd
Hij (deleten)
A
hij deletete
B
hij delet
C
hij delette
D
hij deletette
Slide 26 - Quiz
werkwoordspelling tegenwoordige tijd werkwoordspelling
A
Hij zaagd het hout..
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.
Slide 27 - Quiz
werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren.
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.
Slide 28 - Quiz
werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
Slide 29 - Quiz
Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 30 - Quiz
Werkwoordspelling
A
Hoe oud word je moeder morgen?
B
Hoe oud wordt je moeder morgen?
Slide 31 - Quiz
werkwoordspelling
A
hij niestte toen hij peper in zijn neus kreeg
B
hij nieste toen hij peper in zijn neus kreeg
C
hij niesde toen hij peper in zijn neus kreeg
D
hij niesden toen hij peper in zijn neus kreeg
Slide 32 - Quiz
werkwoordspelling (tt)
Hij (besteden) veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteed
B
besteedt
C
besteden
Slide 33 - Quiz
Werkwoordspelling
A
Zij heeft het huis geverft
B
Zij heeft het huis geverfd
Slide 34 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
Inloggen -
A
Bob logt in en downloadt een document.
B
Bob logd in en download een document.
C
Bob logt in en download een document.
D
Bob logt in en downloat een document.
Slide 35 - Quiz
Werkwoordspelling
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.
Slide 36 - Quiz
werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Waalwijk.
B
Gisteren verhuisten we naar Sprang-Capelle.
C
Gisteren zijn we naar Drunen verhuisd.
D
Gisteren zijn we naar Waspik verhuist.
Slide 37 - Quiz
Afsluiter
Slide 38 - Diapositive
Wat wil je volgende week nog eens extra oefenen?
Slide 39 - Carte mentale
Opdracht
Vond je dit nog lastig?
1.6 opdracht 1
Slide 40 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Groep 7-8 | werkwoordspelling | verleden tijd
16 days ago
- Leçon avec
28 diapositives
par
TisTaal by Dutchily E.E.
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Spelling - 5.8
May 2025
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Leçon avec
27 diapositives
par
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Groep 7-8 | werkwoordspelling | tegenwoordige tijd
August 2024
- Leçon avec
19 diapositives
par
NTC DEF@ctO nl E.E
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
NTC DEF@ctO nl E.E
3TL periode 1 les 3
4 days ago
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
4T Wiederholung Grammatik
4 days ago
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4