Rekenen met Procenten


Rekenen met procenten
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Rekenen met procenten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • 1 Procentuele toe- en afname
  • 2 Veranderingen
  • 3 Cirkeldiagrammen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In het dagelijks leven kom je procenten regelmatig tegen.
Vaak gaat het dan om korting of om hoeveel je extra krijgt.
Procentuele afname
Als je korting krijgt, of als er iets van het totaal afgaat, dan noem je dat (procentuele) afname.

Procentuele toename
Komt er een percentage bij dan noem je dat procentuele toename.


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2
Veranderingen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In dit voorbeeld weet je de geldbedragen en moet je uitrekenen hoeveel procent de korting is.
Hoe bereken je dit?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  1. Eerst bereken je het verschil. 200 - 125 = 75
  2. Verschil delen door het oude bedrag. 75 : 200 = 0,375
  3. Omrekenen naar procenten = x 100. Dus 0,375 x 100 = 37,5 % korting
Hoe bereken je dit?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je wanneer er een procentuele toename is?
Bij procentuele toename bereken je het op dezelfde manier. Probeer even zelf:

De uurprijs stijgt van € 40 naar € 46.
Met hoeveel procent is de uurprijs gestegen?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je wanneer er een procentuele toename is?
Bij procentuele toename bereken je het op dezelfde manier. Probeer even zelf:

De uurprijs stijgt van € 40 naar € 46.
Met hoeveel procent is de uurprijs gestegen?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je wanneer er een procentuele toename is?
Bij procentuele toename bereken je het op dezelfde manier. Probeer even zelf:

De uurprijs stijgt van € 40 naar € 46.
Met hoeveel procent is de uurprijs gestegen?

De som:
verschil is €6,-
6 : 40 = 0,15 en dit x 100 =
een toename van 15%


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3
Cirkeldiagrammen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een cirkeldiagram is een cirkel waarin je kunt zien hoe het totaal verdeeld is. 
Je kunt het op verschillende manieren berekenen:
  1. van procent naar aantal
  2. van aantal naar procent
  3. een deel berekenen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van procent naar aantal.
Als je weet om hoeveel dieren het totaal gaat dan kun je ook uitrekenen hoeveel katten, honden en andere dieren er zijn.
Voorbeeld
In totaal waren er 8500 dieren
in het asiel. Hoeveel katten
zijn dat in totaal?



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van procent naar aantal.

Voorbeeld
In totaal waren er 8500 dieren
in het asiel. Hoeveel katten
zijn dat in totaal?


Som is:
8500x 0,60 = 5100 katte

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een deel berekenen
Als je een cirkeldiagram uit procenten bestaat, dan kan je uitrekenen hoe groot elk deel is in absolute aantallen als je één deel weet hoe groot het is.


Slide 14 - Diapositive

deel : geheel x 100 %
Een deel berekenen
In dit kleine onderzoek hadden 84 studenten bruine ogen.

Hoeveel studenten deden mee aan dit onderzoek? 

Slide 15 - Diapositive

deel : geheel x 100 %
Hoe bereken je dit:
In dit kleine onderzoek hadden 84 studenten bruine ogen.

Hoeveel studenten deden mee aan dit onderzoek? 
  • 70% komt overeen met 84 studenten.
  • 1% komt overeen met 84 ÷ 70 = 1,2 student
  • 100% komt overeen met 1,2 × 100 = 120 studenten

Slide 16 - Diapositive

deel : geheel x 100 %