3H Blok 5 Grammatica - (foutieve) samentrekking

Grammatica Blok 5



(foutieve)
samentrekking
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica Blok 5



(foutieve)
samentrekking

Slide 1 - Diapositive

Doel
  • Je kunt samentrekkingen herkennen en maken
  • Je kunt foutieve samentrekkingen herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je van een samentrekking?

Slide 3 - Question ouverte

b. Die docent kan goed uitleggen en heb ik daarom een vraag gemaild.
Welke woorden zijn weggelaten?

Slide 4 - Question ouverte

Waarom mag je deze woorden niet weglaten?
A
Niet hetzelfde zinsdeel
B
Niet hetzelfde woordsoort
C
Niet dezelfde betekenis
D
Het getal komt niet overeen

Slide 5 - Quiz

b. Die docent kan goed uitleggen en heb ik daarom een vraag gemaild.
Verbeter de zin.

Slide 6 - Question ouverte

c. Alwin gaf over en mij daarna de rest van zijn roze koek.
Welke woorden zijn weggelaten?

Slide 7 - Question ouverte

Waarom mag je deze woorden niet weglaten?
A
Niet hetzelfde zinsdeel
B
Niet hetzelfde woordsoort
C
Niet dezelfde betekenis
D
Het getal komt niet overeen

Slide 8 - Quiz

c. Alwin gaf over en mij daarna de rest van zijn roze koek.
Verbeter de zin.

Slide 9 - Question ouverte

d. De bus was te vroeg vertrokken en had ik daardoor gemist.
Welke woorden zijn weggelaten?

Slide 10 - Question ouverte

Waarom mag je deze woorden niet weglaten?
A
Niet hetzelfde zinsdeel
B
Niet hetzelfde woordsoort
C
Niet dezelfde betekenis
D
Het getal komt niet overeen

Slide 11 - Quiz

d. De bus was te vroeg vertrokken en had ik daardoor gemist.
Verbeter de zin.

Slide 12 - Question ouverte

e. Die hond is erg lief, maar toch afgekeurd als hulphond.
Welke woorden zijn weggelaten?

Slide 13 - Question ouverte

Waarom mag je deze woorden niet weglaten?
A
Niet hetzelfde zinsdeel
B
Niet hetzelfde woordsoort
C
Niet dezelfde betekenis
D
Het getal komt niet overeen

Slide 14 - Quiz

e. Die hond is erg lief, maar toch afgekeurd als hulphond.
Verbeter de zin.

Slide 15 - Question ouverte

f. De fietser stak zijn hand uit en vervolgens de weg over.
Welke woorden zijn weggelaten?

Slide 16 - Question ouverte

Waarom mag je deze woorden niet weglaten?
A
Niet hetzelfde zinsdeel
B
Niet hetzelfde woordsoort
C
Niet dezelfde betekenis
D
Het getal komt niet overeen

Slide 17 - Quiz

f. De fietser stak zijn hand uit en vervolgens de weg over.
Verbeter de zin.

Slide 18 - Question ouverte

g. Romke is heel erg verkouden en gevraagd om te komen helpen op de boerderij van zijn oom.
Welke woorden zijn weggelaten?

Slide 19 - Question ouverte

Waarom mag je deze woorden niet weglaten?
A
Niet hetzelfde zinsdeel
B
Niet hetzelfde woordsoort
C
Niet dezelfde betekenis
D
Het getal komt niet overeen

Slide 20 - Quiz

g. Romke is heel erg verkouden en gevraagd om te komen helpen op de boerderij van zijn oom.
Verbeter de zin.

Slide 21 - Question ouverte

h. Zaid kreeg een drone voor zijn verjaardag en meteen op zijn kop toen hij hem boven een drukke weg liet vliegen.
Welke woorden zijn weggelaten?

Slide 22 - Question ouverte

Waarom mag je deze woorden niet weglaten?
A
Niet hetzelfde zinsdeel
B
Niet hetzelfde woordsoort
C
Niet dezelfde betekenis
D
Het getal komt niet overeen

Slide 23 - Quiz

h. Zaid kreeg een drone voor zijn verjaardag en meteen op zijn kop toen hij hem boven een drukke weg liet vliegen.
Verbeter de zin.

Slide 24 - Question ouverte

De ambulance bracht het slachtoffer naar het ziekenhuis en de agenten de dader naar het politiebureau.
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Maak een zin met een foutieve samentrekking (die nog niet genoemd is)

Slide 26 - Question ouverte

Huiswerk

Grammatica

Maken opdracht 8 in je schrift

Slide 27 - Diapositive