Proefwerk voorbereiding DHA1a - chapitre 1
1 / 17
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Sleep de woorden naar het bijbehorende plaatje
La France
La piscine
Le poisson
La famille
La tente
Slide 2 - Question de remorquage
un
une
la fille
l'hôtel m
le camping
La tante
La soeur
Le garçon
Slide 3 - Question de remorquage
Welke is goed geschreven?
A
Comment tu t'appelles?
B
Comment tu t'appelle
C
Comment t'u tapelle?
D
Comment tu tappel?
Slide 4 - Quiz
Welke is goed geschreven?
A
Je'mappel Linde Prins
B
Je m'appelle Linde Prins
C
Je m'apele Linde Prins
D
J'mapelle Linde Prins
Slide 5 - Quiz
Antwoord op de volgende vraag:
"Bonjour, ça va?"
"Bonjour, ça va?"
Slide 6 - Question ouverte
Wat betekent...
quatorze
quatorze
A
14
B
15
C
16
D
17
Slide 7 - Quiz
Wat betekent
dix-neuf
dix-neuf
A
9
B
13
C
17
D
19
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'...
Je/J'
Je/J'
Slide 9 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'...
Tu
Tu
Slide 10 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'...
Il ...
Il ...
Slide 11 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'...
Mariska
Mariska
Slide 12 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'...
Nous
Nous
Slide 13 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'...
Vous
Vous
Slide 14 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'...
Ils
Ils
Slide 15 - Question ouverte
Vul de juiste vorm in van het werkwoord 'avoir'...
Denise et Laura
Denise et Laura
