Beroepsethiek, les 5, instrumenten, VP23A4, Susan

Beroepsethiek
les 5: instrumenten/ methodes
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Beroepsethiek
les 5: instrumenten/ methodes

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan de student:
- uitleggen wat een moreel beraad is.
- uitleggen wat de dilemma methode is.

Slide 2 - Diapositive

Instrumenten/ methodes om ethische dilemma's te bespreken
- Moreel beraad
- Dilemma methode
- Socratisch beraad
- Utrechts stappenplan
- Nijmeegse methode
- ...


https://www.zorgvoorbeter.nl/tools/overzicht-tools-ethiek

Slide 3 - Diapositive

Effecten:
Morele dilemma’s worden concreet gemaakt (pragmatisch) en onderliggende waarden en normen worden geëxpliciteerd.
 
- Er komt reflectie op gang over verschillende perspectieven, waarden en normen
- Deelnemers creëren inzicht in handelingsalternatieven
- Er wordt een onderbouwde ‘moreel juiste handeling’ geformuleerd
Randvoorwaarden:
- Bij deze werkvorm is een ervaren gespreksleider aanwezig
- Tijd: minimaal 1 uur voor het bespreken van een casus
- Voorbereiding: Casus op voorhand beschrijven in toesturen aan gespreksleider/voorzitter (soms ook aan deelnemers)
- Ruimte: veilige setting, rustige ruimte waarin deelnemers gezamenlijk uitwisselen
- Houding: Een onderzoekende en open houding, eigen oordelen omzetten in vragen aan de ander



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is Moreel Beraad?

Slide 6 - Question ouverte

moreel beraad


Een gesprek waarin de deelnemers gezamenlijk een ethische kwestie uit hun werk bespreken. Zij doen dit gestructureerd, aan de hand van een gespreksmethodiek, en met behulp van een gespreksleider.





Slide 7 - Diapositive

Doel van moreel beraad
• Bewustwording van eigen handelen
• Meer cliëntgericht werken zonder eigen grenzen te overschrijden
• Meer onderling begrip
• De relatie centraal i.p.v. alleen de cliënt
• Het verhoogt de flexibiliteit en de creativiteit in het zoeken naar oplossingen
• Een positief effect op de kwaliteit
• Het helpt de ziel terug te brengen in het werk

Slide 8 - Diapositive

Waarover gaat moreel beraad?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

oreel beraad - praktisch- Geschikte casus- actueel of retrospectief- concrete situatie uit het werk- Je hebt invloed of verantwoordelijkheid- Je moet handelen en opties sluiten elkaar uit- Er ‘wringt’ iets- Tijd: liefst 5 kwartier- Deelnemers- 6-10 deelnemers. Direct betrokkenen in binnen-kring en anderen in buitenkring- Neutrale gespreksleider- Procedure (tijdsbewaking, stappen)- Inhoud (ethische argumenten kunnen herkennen en benoemen)- Proces (psychologische veiligheid)

Slide 11 - Diapositive

Stap 1: Begin met een casus
• Wat is de aanleiding van het moreel beraad?
• Wat maakt de casus tot moreel probleem?
• Waarom speelt het probleem nu?
• Vraagstelling concreet en praktisch? 
• Waarom speelt het probleem nu?
• Vraagstelling concreet en praktisch?

Slide 12 - Diapositive

Stap 2: Formuleer het dilemma
• Doel: focus het gesprek op de kern van de
zaak en wat er op het spel staat voor jezelf

• Het team formuleert het dilemma

Slide 13 - Diapositive

Stap 3: Verhelderingsvragen
• Iedereen stelt een vraag over wat er is gebeurd, wat er is geprobeerd, enz.

• Doel: kennis van de context vergroten en betrokken raken.

• Abstracte ideeën opzij zetten en je verplaatsen in de concrete situatie.

Slide 14 - Diapositive

Stap 4: Benoem normen en waarden 
• Maak een lijst van moreel betrokkenen.
• Onderzoek voor elke betrokkene de relevante waarden en normen.
• Wat zijn fundamentele drijfveren en beweegredenen (waarden)?
• Hoe kunnen die vertaald worden in concrete handelingsvoorschriften
(normen)?

Slide 15 - Diapositive

Stap 5: Maak een eigen keuze
• Kies voor jezelf tussen A en B
 
• Wat is voor jou de waarde achter het alternatief dat je kiest?

• Wat is voor jou de waarde achter het alternatief dat je opgeeft?

• Wat zou je willen/kunnen doen om aan die laatste waarde zoveel mogelijk recht te doen en de schade te repareren?

Slide 16 - Diapositive

Stap 6: Dialoog en conclusie
• Vergelijk als groep de verschillen (in keuze, in waarden)
• Begrijp de relevantie van de verschillende perspectieven voor de situatie
• Beslis samen over de te volgen handelwijze
• Besteed aandacht aan de reparatie van schade
• Ga na welke vaardigheden/deugden                                                                                       je nodig hebt om de beslissing uit te voeren

Slide 17 - Diapositive

Stap 7: Hoe voel ik me nu?
• Ga na of de conclusie spoort met het gevoel dat een ieder aan de conclusie overhoudt.
• Waarom? Ten eerste kan het zo zijn dat een of meerdere deelnemers op basis van de gegeven argumenten tot een bepaalde conclusie komen,
d.w.z. een bepaalde handeling als moreel beter kwalificeren dan een andere handeling. Maar tegelijkertijd voelen zij zich bij deze conclusie niet
zo goed voelen. Dan is het de moeite waard om eens te onderzoeken waar het in zit, dat iemand zich niet goed voelt bij die conclusie.

Slide 18 - Diapositive

De zeven stappen ...

1 Wat is de morele vraag? 
2 Wie zijn de betrokkenen?
3 Wie moet er beslissen?
4 Welke informatie heb ik nodig?
5 Wat zijn de argumenten?
6 Wat is mijn conclusie?
7 Hoe voel ik mij nu?

Slide 19 - Diapositive

Dilemma methode

= gespreksmethode om ethisch dilemma te bespreken.

 Om een goede afweging te kunnen maken en te bespreken op welke wijze goede zorg verleend kan worden.

Slide 20 - Diapositive

Voorbeeld ethisch dilemma
Meneer Jansen is een 78-jarige patiënt met uitgezaaide alvleesklierkanker die is opgenomen omdat het thuis niet meer ging en de stervensfase is aangebroken.
Dhr. is streng gelovig en weigert alle vormen van pijnstilling.
Elke dag gaat dhr. achteruit en raakt wat verward, onrustig en bij elke aanraking of beweging schreeuwt dhr. het uit.
Dhr. vraagt om Morfine. De familie zegt absoluut niet.

Slide 21 - Diapositive

Dilemma methode
1. Zo scherp mogelijk formuleren van het dilemma.

2. Normen en waarden

3. Terug naar het geformuleerde dilemma en onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.

4. Afweging tussen de verschillende mogelijkheden

Slide 22 - Diapositive

Stap 1 Formuleren dilemma 
Wat is er aan de hand? Beschrijving van een dilemmasituatie door de voorbeeldgever: hulpvrager, hulpvraag, aard van het probleem, tot aan het moment van het dilemma: moet ik zus of zo handelen, ingrijpen of niet ingrijpen?

Beschrijf de situatie in één zin (S). Formuleer vervolgens de twee kan­ten van het dilemma (D): als ik collega x deze informatie geef, schend ik het vertrouwen van mijn cliënt; als ik de informatie niet geef, ben ik niet collegiaal.

Formuleren van de (ethische) vraag (V): Mag ik informatie over de cliënt doorgeven aan mijn collega of niet? (schrijf de vraag op).
Geven van intuïtief oordeel: reactie van de overige groepsleden.

Slide 23 - Diapositive

Stap 2 Normen en waarden
Welke waarden zijn in het geding? Schrijf de waarden op vanuit de verschillende perspectieven en de daarmee samenhangende belangen (hulpverlener, cliënt, familie, medebewoners, organisatie).

Welke normen zijn in het geding?

Slide 24 - Diapositive

Stap 3 Onderzoeken
  • Welke mogelijkheden zijn er om uit het geformuleerde dilemma te komen? Noem de mogelijkheden zo mogelijk vanuit verschillende perspectieven?

  • Schrijf de mogelijkheden in steekwoorden op.

Slide 25 - Diapositive

Stap 4 Afweging maken
  • Verplaats je in de voorbeeldgever en beantwoord de vraag: wat zou jij doen als je in de schoenen van … stond en waarom?
  • Maak als groep een afweging van de beschreven argumenten: aan welke waarde en aan welke norm wordt het meeste gewicht toegekend? Welke mogelijkheid sluit hierbij aan en biedt een opening uit het dilemma? Probeer hierover consensus te bereiken.



Slide 26 - Diapositive


Vragen?

Slide 27 - Diapositive

Nijmeegse methode

Slide 28 - Diapositive

Casus mevrouw A
Mevrouw A is 80 en heeft een nieuw hart nodig.
Ze staat nu als eerste op de wachtlijst, maar geeft zelf aan niet meer te willen leven.
Dit komt omdat ze volgens haar alles wel gedaan heeft in haar leven wat ze zou willen.
Ook krijgt ze niet vaak bezoek en geniet ze niet meer van het leven zoals ze eerst deed.
Mogelijk is ze depressief. Onlangs is haar man overleden en dit speelt een grote rol in haar beslissing.
Haar dochter en 3 kleinkinderen zien haar nog wel graag in leven en willen dat ze de transplantatie doorzet.

Slide 29 - Diapositive

Stap 1: moreel probleem

Welke botsende waarden zijn er?
Voor en nadelen verschillende keuzes

Slide 30 - Diapositive

Stap 2: feiten
Medische dimensie
Verpleegkundige dimensie
Levensbeschouwelijke en sociale dimensie
Organisatorische dimensie

Slide 31 - Diapositive

Stap 3: waardering
Welzijn van de patiënt
Autonomie van de patiënt
Verantwoordelijkheid van de zorgverleners

Slide 32 - Diapositive

Stap 4: besluitvorming
Hoe luidt nu het morele probleem?
Feiten, argumenten worden samengevat

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

les 4 + 5: deelopdracht 3
- Beschrijf een ethische dilemma dat speelt op jouw BPV.
- Beschrijf de verschillende zienswijzen (bijv patiënt/ collega/ mantelzorger/ jezelf).
- Wat zijn de hierbij passende normen en waarden?

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive