H3.1: Politieke partijen

H3: politieke partijen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3: politieke partijen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat passief en actief kiesrecht is.
-  Je weet het verschil tussen de kiesstelsels van evenredige vertegenwoordiging en het meerderheidsstelsel.
- Je kunt het fenomeen van zwevende kiezers, de invloed van peilingen en de rol van lijsttrekkers tijdens verkiezingen uitleggen.
- je weet de kenmerken en functies van politieke partijen.

Slide 2 - Diapositive

H3: politieke partijen

Slide 3 - Diapositive

Actief kiesrecht:
je hebt recht om te stemmen.
Passief kiesrecht
Je kunt je verkiesbaar stellen (stem op mij!)

Slide 4 - Diapositive

Je mag stemmen voor:


De gemeenteraad (18 maart 2026)
De Provinciale Staten (2027)
Het Europees Parlement (2029)
De Tweede kamer (2029)??
Je mag stemmen:

- Als je Nederlander bent en 18 jaar of ouder.
- Als je 5 jaar in Nederland woont en een buitenlands paspoort hebt mag je voor de gemeenteraad stemmen.

Slide 5 - Diapositive

Kiesstelsels
De manier waarop verkiezingen worden georganiseerd,
heet het kiesstelsel.




In Nederland is dat het stelsel van evenredige vertegenwoordiging:
het totale aantal uitgebrachte stemmen wordt gedeeld door het aantal zetels.

- Hierdoor veel partijen
- Partijen moeten samenwerken




Slide 6 - Diapositive

Meerderheidsstelsel:

de winnaar krijgt alle zetels.
- Partij moet in een gebied de meerderheid halen.
- Vaak maar 2/3 partijen die tegen elkaar strijden.
- Wie de meeste gebieden heeft krijgt alle zetels.
- 1 partij heeft dan de meerderheid in het parlement.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Politieke partijen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Politieke partijen: (1)
Kenmerken:
 Politieke partijen zijn verenigingen die zich bezighouden met het inrichten van de samenleving als geheel.
 Politieke partijen doen mee aan verkiezingen.
 Politieke partijen proberen politieke macht te verwerven om hun doelen te realiseren.

Een lijsttrekker is de belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd.


Peilingen:
de voorspellingen van de verkiezingsuitslag op dat moment.

Slide 12 - Diapositive

Wat doen politieke partijen?(2)
Functies van politieke partijen:
 Ze maken een verkiezingsprogramma’s om hun ideeën onder de aandacht van burgers te brengen.
 Ze wegen verschillende belangen tegen elkaar af.

Ze hebben meer invloed als ze in het dagelijks bestuur zitten (de coalitie) zitten.
Ze schrijven dan mee aan het regeerakkoord.

Slide 13 - Diapositive

laptops

Slide 14 - Diapositive

25 stellingen los van de verkiezingen.

Slide 15 - Diapositive

Politieke partijen:
Elke politieke partij heeft een verkiezingsprogramma:
De plannen en ideeën van een politieke partij.
Deze staan kort op blz 34/35 van je boek.

Sommige mensen weten niet op wie ze moeten gaan stemmen.
Dit noem je zwevende kiezers.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag:
Maak 3.1
Blz 31: Opdracht 1 t/m 5
Blz 36: opdracht 11
Blz 39:: opdracht 17/19

timer
1:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Noem een kenmerk van een dictatuur:

Slide 20 - Question ouverte

We hebben het landelijk bestuur. Maar er zijn in Nederland nog 2 andere politieke niveau's.
Noem ze:

Slide 21 - Question ouverte

In een rechtsstaat hebben burgers invloed op de besluiten van de politici. Dit noem je:
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Parlementair
D
Ministers

Slide 22 - Quiz

In een rechtsstaat is de macht verdeeld over drie groepen.
Welke drie groepen zijn dit?
A
De controlerende, de rechterlijke en de wetgevende macht
B
De burgerlijke, de regerende en de rechtsprekende macht
C
De rechterlijke , de uitvoerende en de wetgevende macht

Slide 23 - Quiz

Welke partij past  bij jou?

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo