Theorie 3 functiewoorden, 5V4, les van 17 mei

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Klascode:

  ylome

Lesdoel:

• Je frist je kennis over functiewoorden op
• Je oefent met het herkennen van functies en functiewoorden

Wat weet je nog van functiewoorden en tekstfuncties?

Functiewoorden

• Worden vaak verward met signaalwoorden, maar zijn echt iets anders
• Alinea's (of groepen alinea's) kunnen ten opzichte van elkaar een bepaalde functie (of taak) vervullen
• Functiewoorden staan (i.t.t. signaalwoorden) zelf meestal niet in de tekst

Wat gaan we doen?

• Eerst een uitlegfilmpje
• Dan even oefenen in LessonUp
• Daarna zelf oefenen met examenbundel

Stelling, argument, tegenargument, aanbeveling en samenvatting zijn voorbeelden van

1. signaalwoorden
2. verbindingswoorden
3. kernwoorden
4. functiewoorden

Wat is het verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?

1. Een functiewoord geeft een verband aan, een signaalwoord niet.
2. Een functiewoord staat niet altijd in de tekst, een signaalwoord wel.
3. Er is geen verschil.
4. Er zijn minder functiewoorden dan signaalwoorden.

De schrijver zwakt een standpunt af door te laten zien dat er ook andere gezichtspunten mogelijk zijn. Dit is een

1. afweging
2. nuancering
3. voorbehoud
4. weerlegging

De schrijver doet een uitspraak waarmee hij een argument ontkracht.

1. tegenargument
2. onderbouwing
3. afweging

De schrijver stemt alleen met iets in als aan een beperkende voorwaarde is voldaan.

1. voorwaarde
2. voorbehoud
3. bezwaar
4. beoordeling

Aan het werk

• Neem de lijst met functiewoorden op p. 49 t/m 55 en hun omschrijving door en maak opdr. 3.3 (p. 55)
• Je hoeft ze niet uit het hoofd te leren (bij toetsen en examens worden de functies waaruit je kunt kiezen nl. genoemd)

Heb je je lesdoelen gehaald? Weet je wat functiewoorden zijn en herken je de belangrijkste tekstfuncties?

😒🙁😐🙂😃