Les 3 | H5.3 | Planten voeden zich

Les 3 | H5.3 | Planten voeden zich
Planten voeden zich
H5.3
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Les 3 | H5.3 | Planten voeden zich
Planten voeden zich
H5.3

Slide 1 - Diapositive

In welke volgorde ontkiemt een plant?
Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde:
A. Het worteltje komt naar buiten en groeit omlaag
B. De zaadhuid neemt water op
C. De stengel en de blaadjes groeien
D. De zaadlobben zwellen en de zaadhuid knapt open

1. ABDC               3. BDCA
2. BDAC              4. ACBD

Slide 2 - Diapositive

1
2
3
4
5
6
Plantencel

Slide 3 - Diapositive

Plantencel

Slide 4 - Diapositive

Waar in een plantencel vindt fotosynthese plaats?


1. Celkern
2. Bladgroenkorrels
3. Celwand
4. Vacuole

Slide 5 - Diapositive

Fotosynthese
fotosynthese

Slide 6 - Diapositive

Fotosynthese
Bladgroenkorrels --> fotosynthese

Nodig voor fotosynthese:
  1. Koolstofdioxide
  2. Water
  3. Zonlicht
Producten van fotosynthese:
  1. Glucose (suiker)
  2. Zuurstof

Slide 7 - Diapositive

Welke voedingsstoffen ‘eten’ planten?

Slide 8 - Diapositive

Welke andere stoffen maakt een plant?

Slide 9 - Diapositive

Wat eten we van een plant?
Wij maken gebruik van
de glucose van planten:
-blad: spinazie etc.
-stengel: prei etc.
-bloem: broccoli etc.
-wortel: wortel, biet etc. (KNOL)
-vrucht: tomaat etc.
-zaad: pinda, rijst etc.

Slide 10 - Diapositive

Kunstmatige selectie
De tegenhanger van natuurlijke selectie (een voorwaarde voor het optreden van evolutie) is kunstmatige selectie. Kunstmatige selectie is dat de mens alleen de individuen met de gunstige eigenschappen selecteert om nageslacht te krijgen, zodat deze eigenschappen steeds vaker voor gaan komen.

In de afbeelding hiernaast  zie je hoe de mens uit een wilde kool die in de natuur voorkomt, soorten heeft ontwikkeld door kunstmatig te selecteren op bepaalde eigenschappen. Door bijvoorbeeld steeds de nakomelingen met veel bloemknoppen met elkaar te kruisen, krijgen de nakomelingen steeds meer en grotere bloemknoppen. Zo zijn de bloemkool en de broccoli uiteindelijk als nieuwe soort ontstaan.

Slide 11 - Diapositive

Knol (aardappel)

Slide 12 - Diapositive

Bol (tulp)

Slide 13 - Diapositive

Maken

Hoofdstuk 5.3
HV: opdracht 3 tm 18
VWO: opdacht 2 tm 17
timer
30:00

Slide 14 - Diapositive