H7§1 en §5_Inrichting van een wijk en buurtprofiel

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

H4: Je eigen omgeving in beeld

§1: Inrichting van een wijk

Deze les:

• Uitleg PO onderzoek eigen leefomgeving
• Uitleg §1  

Leerdoelen

1. Je kunt verschillende soorten ruimtegebruik in een woonwijk benoemen en herkennen. 
2. Je kunt woningen indelen aan de hand van verschillende kenmerken. 
3. Je kunt een buurtprofiel maken met daarin bewoners- en woningkenmerken.

Ruimtelijke ordening

Ruimtelijke ordening is het maken van plannen voor de inrichting van een gebied. 

Wordt het wonen, werken, recreatie of verkeer?

Voorzieningen

Stad -> wijk -> buurt

Inrichting van een wijk

Waar moet je allemaal aan denken? 

Indeling

Soort woningen 

Soort bewoners

Voorzieningen 

Buurtprofiel: 3 onderdelen

1. Woningkenmerken:

• ouderdom
  
• eigendom
  
• woningtype
  
• staat van onderhoud

2. Bewonerskenmerken:

• Grootte huishouden
  
• Etniciteit
  
• Inkomen
  
• Gezinsfase
  
• Leeftijd bewoners

3. Kenmerken van de woonomgeving

Wat zie je in je eigen omgeving?

De ruimte om je heen 

heeft verschillende functies: 

Wonen 

Werken

Recreatie

Verkeer/infrastructuur

Functies

In dorpen worden functies vaak verspreid over de ruimte.

In de stad worden functies vaak gecombineerd in één gebouw.

Voorzieningen

Stad - wijk - buurt

Inrichting van een wijk

• Indeling
• Soort woningen 
• Soort bewoners
• Voorzieningen 

Soort woningen

• Huurwoningen- koopwoningen
• Laagbouw: eengezinswoningen, twee-onder-één kap, vrijstaand (maximaal 3 woonlagen)
• Hoogbouw: appartement complex, flat

Adressendichtheid

• Adressendichtheid: aantal adressen binnen een cirkel van 1 km rond een bepaald adres
• Hoog in steden, laag in dorpen

Eigen Omgeving = het gebied rond waar je woont/leeft.

Wijk = deel van een dorp/stad --> verdeeld in verschillende buurten: deel van een wijk (paar straten).

Voorzieningen

= Iets waar inwoners gebruik van kunnen maken.

Bijv. school, dokter, supermarkt, café, sport, speeltuin, etc.

Bedrijventerrein: speciaal aangelegd voor grote kantoren, garages, etc.

Eengezins/Meergezins?

Vrijstaand/rijtjes/tweeinéén?

Rijk of arm?

Eengezins/Meergezins?

Tweeinéén/vrijstaand/rijtjes?

Eengezins/Meergezins?

Hoogbouw/Laagbouw?