Les 4 Uitgaven liquiditeitsbegroting

Les 4 Uitgaven liquiditeitsbegroting
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 4 Uitgaven liquiditeitsbegroting

Slide 1 - Diapositive

De uitgaven van een onderneming bestaan uit:

- betalingen aan leveranciers
- betalingen aan personeel
- en overige uitgaven

Slide 2 - Diapositive

Uitgaven aan leveranciers
Als je producten inkoopt bij leveranciers koop je op rekening en betaal je vaak achteraf. 

De leveranciers waaraan je nog een bedrag moet betalen zijn jouw crediteuren.

De tijd tussen de inkoop op rekening en de betaling van het bedrag noem je de krediettermijn crediteuren

Als je van je leveranciers de gekochte goederen achteraf mag betalen, krijg je van hen leverancierskrediet. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Inkoop Waarde Omzet
Hoeveel een ondernemer inkoopt hangt af van zijn verwachte omzet. Als bekend is dat de inkoopwaarde van de omzet een bepaald percentage van de omzet is en je weet hoever van tevoren je inkoopt, kun je uitrekenen hoeveel je per maand inkoopt. 

Als je vervolgens rekening houdt met de krediettermijn crediteuren, kun je uitrekenen wanneer je de bedragen van de inkoop betaalt.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Bereken de inkopen, exclusief 21% btw:

Slide 8 - Diapositive

b. Welke bedragen staan bij de uitgaven aan crediteuren op de liquiditeitsbegroting van het derde kwartaal?

Slide 9 - Diapositive

c. Geef de gedeeltelijke liquiditeitsbegroting voor het derde kwartaal.

Slide 10 - Diapositive

Opdrachten!

Slide 11 - Diapositive

a. Welke bedragen staan bij de uitgaven aan crediteuren op de liquiditeitsbegroting van het derde kwartaal?
b. Welk bedrag staat op 1 juli op de balans bij crediteuren?
c. Welk bedrag staat op 30 september op de balans bij crediteuren?


Opdracht 1

Slide 12 - Diapositive

a. Welke bedragen staan bij de uitgaven aan crediteuren op de liquiditeitsbegroting van het eerste kwartaal?
b. Welk bedrag staat op 1 januari op de balans bij crediteuren?
c. Welk bedrag staat op 31 maart op de balans bij crediteuren?
Opdracht 2:

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 1:
Welke bedragen staan bij de uitgaven aan crediteuren op de liquiditeitsbegroting van het derde kwartaal?

Slide 14 - Diapositive

Antwoord:

Slide 15 - Diapositive

a. Welk bedrag staat op 1 juli op de balans bij crediteuren?

b. Welk bedrag staat op 30 september op de balans bij crediteuren?

Slide 16 - Diapositive

a. Op 1 juli staan de rekeningen van juni nog open, dus € 45.980.

Slide 17 - Diapositive

b. Welk bedrag staat op 30 september op de balans bij crediteuren?
Op 30 september staat crediteuren € 38.720

Slide 18 - Diapositive

a. Welke bedragen staan bij de uitgaven aan crediteuren op de liquiditeitsbegroting van het tweede kwartaal?

Slide 19 - Diapositive