OPS herhaling

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Ontwikkelingspsychologie

Herhaling van de stof

Baby, Peuter, Kleuter, Schoolkind

Doel van deze les

Voorbereiding op de toets!

Hoe zit je er vandaag bij? Op de bank, aan je bureau, in de klas? Heb je zin in de les? Stuur een foto in!

Wat weet je nog
over de baby?

De baby

- 0 tot 18 maanden

- 1 tot 2 jaar =  dreumes

- Hechting is belangrijk

- Reflexen

- Temperament

Taalontwikkeling bij de baby:

1. een woordzin
2. brabbelen
3. twee woord zinnen
4. zij hebben nog geen taalontwikkeling

Hechting. Welke onderdelen horen bij elkaar?

Veilige hechting

Onveilige hechting

Ik ben oké

Jij bent oké

Ik ben niet oké

Jij bent oké

Ik ben oké

Jij bent niet oké

Ik ben niet oké

Jij bent niet oké

Seksuele ontwikkeling; hierover kun je bij een baby nog niets zeggen

1. Waar
2. Niet waar

Objectpermanentie

1. Is het vermogen alles te zien
2. Te weten dat er altijd iemand in de buurt is
3. Weten dat mensen en voorwerpen blijven bestaan ook al zie je ze niet
4. Angst om verlaten te worden

Er zijn 3 manieren van leren. Een voorbeeld is ervaringsleer.
Wat zijn de andere 2?

Wat is een een-woordzin?

Wat weet je nog over
de peuter?

Zindelijkheid is een belangrijke mijlpaal/leerschool tijdens de ontwikkeling van een peuter. "Duidelijk kunnen maken dat je naar de wc moet" is een van de 5 voorwaarden voor zindelijkheid. Wat zijn de andere 4?

Als een peuter een woord verkeerd zegt; Moet je laten weten dat dit verkeerd is, en het laten herhalen

1. Juist
2. Onjuist

Wat is Magisch denken?

1. Denken aan Disneyland
2. Levenloze dingen menselijke eigenschappen toekennen
3. geen onderscheid maken in werkelijkheid en fantasie
4. Richten op wat tastbaar is

Denken

- Concreet denken

Richten op wat tastbaar is

- Magisch denken

geen onderscheid maken in werkelijkheid en fantasie

- Animistische denken

Levenloze dingen menselijke eigenschappen toekennen

Taalontwikkeling van de peuter

Filmpje

Hoe stimuleer je taal?

Waar komt koppigheid vandaan?

1. Zelfbesef, eigen wil, autonomie en zelfstandigheid
2. Heeft geen oorzaak
3. egocentrisme, autonomie
4. Ouders die niet duidelijk zijn

Wat weet je nog
van de kleuter?

Wat is intrinsieke motivatie?

Wat is het tegenovergestelde van intrinsieke motivatie?

Kleuters hebben een grote fantasie.
Deze fantasie heeft een belangrijk doel

1. Waar
2. Niet waar

Doel van fantasie

- Zichzelf gerust stellen

- Oplossingen voor wat hij niet begrijpt

- Eigen wensen in vervulling laten gaan

- Zichzelf sterker maken

Het empathisch vermogen krijgt steeds meer vorm. Wat kunnen kleuters hierdoor?

1. Niets bijzonders
2. Begrijpen zichzelf beter
3. Zien hoe de wereld in elkaar zit
4. vriendschappen opbouwen

Een kleuter heeft nog geen gender-identiteit ontwikkeld

1. Waar
2. Niet waar

Gender-identiteit

het voortdurend aanwezige besef of je man of vrouw, jongen of meisje bent

Zelfbeeld

Het geheel van opvattingen en overtuigingen dat iemand over zichzelf heeft opgebouwd door alles wat hij heeft waargenomen en ervaren

Hoe creëert een kind een té positief zelfbeeld?

Wat weet je nog van
het schoolkind?

Meer energie

Minder energie

Meer zelfvertrouwen

Minder zelfvertrouwen

Hoeveel kinderen hebben overgewicht?

1. 1 op de 20
2. 1 op de 3
3. 1 op de 7
4. 1 op de 10

Noem voorbeelden van grove motoriek bij schoolkinderen

Fantasie denken maakt plaats voor andere manieren van denken.
Welke 3 manieren van denken onderscheiden we bij het schoolkind? ​

"Gevoelig voor stickers op hun werkje, en complimenten van volwassenen" Hoort bij:

1. Compensatiegedrag
2. Prestatiegericht
3. Leergeschiktheid

Leergeschiktheid is; Het gegeven dat niet ieder kind even gemakkelijk en op dezelfde manier leert. Dit hangt oa af van: (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Sociaal milieu
2. Persoonlijkheid
3. De leerkracht
4. intellectuele vermogen

3 belangrijkste milieus zijn:
thuis (ouders), vriendjes en vriendinnetjes, school

1. Waar
2. Niet waar

Wat is het verschil tussen pesten en plagen?