Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
Éléments de cette leçon
Oefentoets 'Mens en activiteit'
lesbrief 21-23
Slide 1 - Diapositive
Welke activiteit stimuleert de fijne motoriek bij kinderen? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
verstoppertje spelen
B
tekening maken
C
voetballen
D
knippen en plakken
Slide 2 - Quiz
Je gaat een activiteit organiseren. Het uitwerken van je idee doe je volgens een plan.
Er zijn vier stappen die je neemt tijdens het uitwerken van je plan.
Zet de stappen in de juiste volgorde.
uitvoeren
terugkijken
nazorg
voorbereiden
1
2
3
4
Slide 3 - Question de remorquage
0 - 1 jaar
1 - 2 jaar
2 - 4 jaar
4 - 6 jaar
12 - 17 jaar
Baby
Dreumes
Kleuter
Peuter
Puber
(jongeren)
Slide 4 - Question de remorquage
Twee kinderen zijn naast elkaar met poppen aan het spelen. Wel soort spel is dit?
A
Functioneel spel
B
Parallel spel
Slide 5 - Quiz
Kim zit in de kleuterklas. Met het buitenspelen zijn de kinderen tikkertje aan het spelen. Kim zegt; 'als je af bent moet je bij de zandbak zitten!' Welk soort spel is dit?
A
Coöperatief spel
B
Constructief spel
C
Associatief spel
D
Fantasiespel
Slide 6 - Quiz
Wat doet de Arbowet?
A
Regelt dat de werkplek ergonomisch wordt ingericht.
B
Regelt de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemer.
C
Regelt dat er gezonde voeding op de werkplek is.
D
Regelt alle zaken die te maken hebben met veiligheid.
Slide 7 - Quiz
Waarom is drinken uit een tuitbeker voor een dreumes niet goed? meerdere antwoorden goed!
A
slecht voor de spraak
B
slecht voor het gebit
C
staat stom
D
is echt voor baby's
Slide 8 - Quiz
Een baby moet na de flesvoeding een boertje laten Waarom is dat belangrijk?
A
Omdat hij anders stikt in de flesvoeding
B
Omdat hij anders niet kan slapen
C
Omdat hij dan minder last heeft van darmkrampjes
D
Omdat hij dan minder risico heeft op zuivelallergie
Slide 9 - Quiz
BMR (inenting) betekent:
A
Bof, Meningitis, Rode Hond
B
Bof, Mazelen, Rabiës
C
Bof, Meningitis, Rabiës
D
Bof, Mazelen, Rode Hond
Slide 10 - Quiz
Is de volgende zin subjectief of objectief? Nima heeft een gele trui aan.
A
objectief
B
subjectief
Slide 11 - Quiz
Bram zijn ouders vinden een strenge opvoeding belangrijk. Welke opvoedstijl hoort hierbij?
A
democratische opvoedstijl
B
anti-autoritaire opvoedstijl
C
laissez faire opvoedstijl
D
autoritaire opvoedstijl
Slide 12 - Quiz
Wat is representatief
A
dat je blij bent
B
dat je aanwezig bent
C
dat je luidruchtig bent
D
nette indruk achterlaten
Slide 13 - Quiz
Wat is tutoyeren?
A
Beleefd zijn
B
Iemand met 'u' aanspreken
C
Jezelf voorstellen
D
Iemand met ‘je’ of 'jij' aanspreken
Slide 14 - Quiz
Welke basisregel van de EHBO is juist
A
verplaats het slachtoffer
B
let op gevaar
C
bel de conciërge
D
zorg voor de omstanders
Slide 15 - Quiz
Is de zin objectief of subjectief? Het was een geslaagde dag.
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 16 - Quiz
Na het wassen droog je een baby af met een:
A
Hydrofiele luier
B
Handdoek
Slide 17 - Quiz
Als een baby begint te brabbelen (taalontwikkeling) is dit onderdeel van de...
A
Cognitieve/geestelijke ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
lichamelijke ontwikkeling
Slide 18 - Quiz
De juiste volgorde van de taalontwikkeling van de baby is: