Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taalcompleet A1 thema 1 t/m 6 herhaling
Taalcompleet A1 thema 1 t/m 6 herhaling
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
ISK
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Taalcompleet A1 thema 1 t/m 6 herhaling
Slide 1 - Diapositive
Wat is de derde letter van het alfabet?
Slide 2 - Question ouverte
Zet de letters in de volgorde van het alfabet
f
e
d
g
Slide 3 - Question de remorquage
Zet de letters in de volgorde van het alfabet
m
l
k
n
Slide 4 - Question de remorquage
Wat is de veertiende letter van het alfabet?
Slide 5 - Question ouverte
Zet de letters in de volgorde van het alfabet
p
o
n
q
Slide 6 - Question de remorquage
Wat is de zesentwintigste letter van het alfabet?
Slide 7 - Question ouverte
De moeder van mijn vader is mijn...
A
opa
B
tante
C
oma
D
nicht
Slide 8 - Quiz
De zoon van mijn oom is mijn...
A
neef
B
nicht
C
broer
D
zwager
Slide 9 - Quiz
De dochter van mijn moeder is mijn...
A
nicht
B
neef
C
zus
D
broer
Slide 10 - Quiz
De man van mijn zus is mijn...
A
oom
B
neef
C
zwager
D
schoonzus
Slide 11 - Quiz
zij
jij
wij
jullie
ik
hij
u
Mijn moeder heet Kyra. ... is 50 jaar.
Hallo, wij zijn Bert en Ernie. Wie zijn ...?
Gert is mijn vader. ... is 65 jaar.
Tom en ik zijn getrouwd. ... hebben twee kinderen.
Hoi, ik ben Tamara. Wie ben ...?
... ben Ewa.
Goedemorgen meneer. Hoe heet ...?
Slide 12 - Question de remorquage
Vul in.
... woon jij? Ik woon in Gouda.
Slide 13 - Question ouverte
Vul in.
... is zij? Zij is Vera.
Slide 14 - Question ouverte
Vul in.
... hoor je? Ik hoor een auto.
Slide 15 - Question ouverte
Hoe schrijf je dit getal?
Slide 16 - Question ouverte
Hoe schrijf je dit getal?
Slide 17 - Question ouverte
Hoe schrijf je dit getal?
Slide 18 - Question ouverte
Hoe schrijf je dit getal?
Slide 19 - Question ouverte
Welke dagen op de puntjes? Schrijf onder elkaar.
maandag, dinsdag, ...., donderdag, ... , ..., zondag
Slide 20 - Question ouverte
De laatste maand van het jaar is.....
oktober
januari
november
februari
december
Slide 21 - Question de remorquage
De vierde maand van het jaar is.....
mei
april
maart
juli
juni
Slide 22 - Question de remorquage
De negende maand van het jaar is.....
oktober
november
september
juli
augustus
Slide 23 - Question de remorquage
Schrijf het werkwoord 'typen' onder elkaar.
ik ..., jij ..., hij ..., wij ..., jullie ...
Slide 24 - Question ouverte
Schrijf het werkwoord 'bestellen' onder elkaar.
ik ..., jij ..., hij ..., wij ..., jullie ...
Slide 25 - Question ouverte
Schrijf het werkwoord 'verhuizen' onder elkaar.
ik ..., jij ..., hij ..., wij ..., jullie ...
Slide 26 - Question ouverte
Schrijf het werkwoord 'wonen' onder elkaar.
ik ..., jij ..., hij ..., wij ..., jullie ...
Slide 27 - Question ouverte
Welke zin is goed?
A
Faya een boek leest.
B
Een boek Faya leest.
C
Faya leest een boek.
Slide 28 - Quiz
Welke zin is goed?
A
De borden in de kast staan.
B
Staan in de kast de borden.
C
De borden staan in de kast.
Slide 29 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Met een mes de groenten zij snijden.
B
Zij snijden de groenten met een mes.
C
De groenten zij snijden met een mes.
D
Snijden met een mes de groenten zij.
Slide 30 - Quiz
Je ziet het antwoord. Welke vraag is goed?
Zij wil zes appels.
A
Wat voor appels wil zij?
B
Welke appels wil zij?
C
Wanneer wil zij appels?
D
Hoeveel appels wil zij?
Slide 31 - Quiz
Je ziet het antwoord. Welke vraag is goed?
Els en Nora maken soep.
A
Waar maken Els en Nora?
B
Welke maken Els en Nora?
C
Wat maken Els en Nora?
D
Hoeveel maken Els en Nora?
Slide 32 - Quiz
Maak een goede vraag met de woorden.
de bon | u | Wilt | ?
Slide 33 - Question ouverte
Maak een goede vraag met de woorden.
je | ga | Waarom | naar de huisarts | ?
Slide 34 - Question ouverte
Maak een goede vraag met de woorden.
graag | een afspraak | maken | wil |Ik
Slide 35 - Question ouverte
Ik heb pijn als ik ren. Ik heb last van mijn ...
A
arm
B
enkel
C
oor
D
nek
Slide 36 - Quiz
Ik moet overgeven. Ik heb last van mijn...
A
hoofd
B
neus
C
been
D
buik
Slide 37 - Quiz
Schrijf onder elkaar het meervoud van
kast, garage, raam, fles
Slide 38 - Question ouverte
Ik ... gaan eten.
A
wil
B
wilt
C
willen
Slide 39 - Quiz
Jij ... gaan eten.
A
wil
B
wilt
C
willen
Slide 40 - Quiz
Hij ... gaan eten.
A
wil
B
wilt
C
willen
Slide 41 - Quiz
Wij ... gaan eten.
A
wil
B
wilt
C
willen
Slide 42 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Digi-doener! | Praten als een robot
January 2020
- Leçon avec
14 diapositives
par
Stichting FutureNL
Computational thinking
Rekenen
Basisschool
Groep 6-8
Stichting FutureNL
Digi-doener! | Praten als een robot
January 2019
- Leçon avec
14 diapositives
par
Stichting FutureNL
Computational thinking
Rekenen
Basisschool
Groep 4,5
Stichting FutureNL
Wat een weer!
February 2021
- Leçon avec
34 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Wereldoriëntatie
Taal
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Hellas
September 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Vlinderklas
Lager onderwijs
Ben jij een cryptokraker?
January 2025
- Leçon avec
42 diapositives
par
4TU.Schools
Wiskunde
Informatica
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
4TU.Schools
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
De oude Egyptenaren
November 2020
- Leçon avec
21 diapositives
par
Kidsweek in de Klas
Woordenschat
Begrijpend lezen
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Spelen met letters
August 2024
- Leçon avec
10 diapositives
par
LessonUp Inspiratie
Begrijpend lezen
Spelling
+4
Basisschool
Praktijkonderwijs
MBO
Middelbare school
vmbo, mavo
Groep 7,8
Leerjaar 1-4
Studiejaar 1,2
LessonUp Inspiratie