Les 2: De rol van de onderwijsassistent bij externaliserend gedrag.

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 3

De rol van de onderwijsassistent bij externaliserend gedrag.

Waar gaan we het vandaag over hebben?

- Lesdoelen

- Wat weet je nog van de vorige les?

- Waarom is de onderwijsassistent zo belangrijk bij externaliserend gedrag?

- Opdracht 

- Kijkvragen 

- Filmpje 

- Casusbespreking 

- Praktijkopdracht

- Evalueren lesdoelen

Lesdoelen 

Lesdoel 1: Ik kan aan het einde van de les de rol van de onderwijsassistent bij het omgaan met externaliserend gedrag in de klas uitleggen.

Lesdoel 2: Ik kan aan het einde van de les een casus analyseren door het externaliserend gedrag te beschrijven en de rol van de onderwijsassistent in het omgaan met dit gedrag te evalueren.

Wat weet je nog van de vorige les?

- iedere student krijgt een blaadje.

- schrijf zoveel mogelijk op wat je je nog herinnert van de vorige les (individueel). 

Waarom is de onderwijsassistent zo belangrijk bij het omgaan met externaliserend gedrag?

1. Onderwijsassistenten kunnen bijdragen aan het vroegtijdig signaleren van externaliserend gedrag. Door nauw samen te werken met de leerkracht, kunnen zij gedragsveranderingen bij leerlingen herkennen voordat deze escaleren. Dit maakt het mogelijk om snel in te grijpen en gepaste interventies te bieden, zoals het begeleiden van de leerling naar een rustigere omgeving of het toepassen van ontspanningstechnieken (Stevens, 2019).

2. Bij leerlingen die externaliserend gedrag vertonen, kan de onderwijsassistent individueel of in kleine groepjes ondersteuning bieden. Dit kan variëren van het uitleggen van sociale vaardigheden tot het aanbieden van rustmomenten voor leerlingen die overprikkeld zijn. Door persoonlijke aandacht te geven, kunnen onderwijsassistenten helpen om het gedrag van de leerling beter te begrijpen en te sturen, zonder de rest van de klas te verstoren (Smith & Adams, 2022).

3. Externaliserend gedrag komt vaak voort uit onderliggende emotionele of sociale problemen. Onderwijsassistenten kunnen de leerling helpen om zijn of haar emoties beter te begrijpen en uit te drukken. Dit kan door een luisterend oor te bieden, samen te werken aan probleemoplossende vaardigheden of de leerling te begeleiden bij het verwerken van frustratie en woede (Jones & Reidy, 2021). Dit helpt leerlingen niet alleen hun gedrag te reguleren, maar draagt ook bij aan hun sociale-emotionele ontwikkeling.

4. Onderwijsassistenten kunnen helpen bij het bevorderen van begrip en empathie onder klasgenoten. Wanneer een leerling met externaliserend gedrag wordt ondersteund, kunnen onderwijsassistenten andere leerlingen bewust maken van de situatie en hen leren hoe zij op een positieve manier kunnen omgaan met moeilijk gedrag. Dit kan bijdragen aan een meer inclusieve en ondersteunende leeromgeving voor alle leerlingen (Müller, 2020).

5. Wanneer een leerling externaliserend gedrag vertoont, kan dit de rust en veiligheid in de klas verstoren. Onderwijsassistenten helpen de klas in balans te houden door ingrijpen wanneer nodig, bijvoorbeeld door de leerling af te leiden, rustig met hem of haar te praten of de situatie te de-escaleren. Dit zorgt ervoor dat de andere leerlingen zich veilig voelen en dat de klas kan blijven functioneren (Stevens, 2019).

Opdracht

Schrijf op het bord wat jouw rol is op stage betreft externaliserend gedrag, wat wordt hierbij precies van je verwacht? waar dien jij je aan te houden?

Kijkvragen

Bespreek de volgende vragen met je buurman of buurvrouw:

Vraag 1: Hoe reageert de medewerker op het externaliserende gedrag van de cliënt in het filmpje? Vind je dat deze reactie effectief is? Waarom wel of niet?

Vraag 2: Wat zou de medewerker anders kunnen doen om het externaliserend gedrag beter aan te pakken?

Vraag 3: Welke communicatieve vaardigheden zijn belangrijk voor de medewerker om effectief met externaliserend gedrag om te gaan?

Vraag 4: Hoe kan de medewerker een veilige omgeving creëren voor de cliënt die externaliserend gedrag vertoont?

Casusbespreking 

Pak de opdracht van de vorige les erbij. Vorm groepen van vier studenten, waarbij minimaal één student uit het speciaal basisonderwijs komt. Bespreek samen een casus en analyseer het externaliserend gedrag en de reactie daarop. Zoek daarna naar verschillen tussen het regulier basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs. Leg dit vast en bespreek hoe externaliserend gedrag in beide onderwijssoorten wordt aangepakt.

Wat is er uit de casusbespreking gekomen?
Wat waren de verschillen? Wat is jouw rol?

Praktijkopdracht

Interview een onderwijsassistent of leerkracht op je stageplek wat hun rol is bij het omgaan met kinderen die externaliserend gedrag vertonen. Vat hun aanpak samen in een kort verslag. Bespreek daarnaast de casus uit opdracht 1 met jouw stagebegeleider of leerkracht. Bespreek wat je hebt geobserveerd en onderzoek wat de rol is van jouw stagebegeleider hierbij.

Feedback :)
Wat vonden jullie goed aan deze les? wat kan er beter of wat had je graag anders gezien?
Benoem 1 tip en 1 top

Evalueren lesdoelen

Beantwoordt onderstaande vragen en schrijf ze op een blaadje. 

1. Welk lesdoel heb ik behaald?

2. Wat snap ik nog niet?

3. Wat wil ik nog oefenen?