Beta
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Alle of allen?
Beide of beiden?
Woorden als alle(n), enkele(n), weinige(n), sommige(n)
en vele(n) schrijf je soms zonder (-n) en soms met (-n).
Hoe zit het nou?
Bestudeer blz. 28 t/m 31
Maak opdracht 18 en 20