4.03 Taalverandering

Taalverandering
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Taalverandering

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
- Taalverandering

Aan het einde van de les kun je vertellen hoe nieuwe woorden ontstaan en wat een 'leenwoord' is. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat valt onder taalverandering?
Nieuwe woorden: Taal verandert continu door de toevoeging van nieuwe woorden, vaak leenwoorden uit andere talen of nieuwe combinaties van bestaande woorden.
Verandering in uitspraak: De uitspraak van woorden kan veranderen, soms spontaan, soms als gevolg van klankwetten die beschrijven hoe klanken in een taal veranderen, aldus Wikipedia.
Verandering in zinsbouw: De zinsbouw van een taal kan evolueren, waarbij nieuwe constructies of veranderingen in bestaande constructies ontstaan.
Taalcontact: Interactie tussen verschillende talen kan leiden tot taalverandering, bijvoorbeeld door de opname van woorden of zinsbouwpatronen uit een andere taal.
Sociale factoren: Sociale veranderingen, zoals migratie, kunnen ook van invloed zijn op taalverandering.
Domino-effect: Taalveranderingen hebben vaak een domino-effect, waarbij een kleine verandering in de ene plaats een reeks andere veranderingen in de taal kan veroorzaken.
Historische verandering: Taalverandering is een continu proces en kan teruggevolgd worden door de geschiedenis van een taal

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Welke 'oude' woorden ken je?

Slide 6 - Carte mentale

Leenwoorden

Slide 7 - Diapositive

Wat is een leenwoord?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is het meest uitgeleende Nederlandse woord en komt terug in 57 andere talen?
A
Boot
B
Baas
C
Aardappel
D
Tulp

Slide 9 - Quiz

Uit welke taal hebben wij het woord 'Humor' geleend?
A
Duits
B
Pools
C
Frans
D
Engels

Slide 10 - Quiz

Uit welke taal hebben wij het woord 'Robot' geleend?
A
Tsjechisch
B
Duits
C
Amerikaans
D
Russisch

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 13 - Carte mentale

Straattaal:
Het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukkingen vervormen of vervangen door materiaal uit andere talen zoals bijvoorbeeld het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels.

Slide 14 - Diapositive

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 15 - Quiz

Uit welke taal is het woord 'Doekoe' afgeleidt?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 16 - Quiz

Hoe komt het dat veel jongeren straattaal overnemen?
A
Het wordt gebruikt in songteksten
B
Jongeren zijn gevoelig voor populariteit en nemen dit van elkaar over.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 17 - Quiz

Wat zou volgens jou een nieuw woord moeten zijn?

Slide 18 - Carte mentale

Aan de slag
Werkboekje!

Slide 19 - Diapositive