Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woorden en uitdrukkingen examen Duits vbmo-gt
Woorden en uitdrukkingen examen Duits vbmo-gt
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woorden en uitdrukkingen examen Duits vbmo-gt
Slide 1 - Diapositive
Absatz = alinea
Behauptung = bewering
Beispiel = voorbeeld
Einleitung = inleiding
Funktion = functie
Hauptgedanken = hoofdgedachte
in Anführungszeichen = tussen aanhalingstekens
Slide 2 - Diapositive
hoofdgedachte
functie
bewering
alinea
inleiding
tussen aanhalingstekens
voorbeeld
Absatz
Beispiel
Behauptung
Einleitung
Funktion
in Anführungszeichen
Hauptgedanken
Slide 3 - Question de remorquage
Lücke = open plaats
Satz = zin
Sätze = zinnen
Überschrift = titel
Verfasser = schrijver
Verhältnis = verhouding
Ziel = doel
Slide 4 - Diapositive
Satz
Lücke
Verfasser
Verhältnis
Sätze
Ziel
Überschrift
titel
zinnen
schrijver
zin
verhouding
doel
open plaats
Slide 5 - Question de remorquage
Ausdruck = uitdrukking
Aussage = uitspraak
Hauptperson = hoofdpersoon
Übereinstimmung = overeenkomst
Unterschied = verschil
Zeile = regel
Zeilen = regels
Slide 6 - Diapositive
Ausdruck
Zeile
Unterschied
Hauptperson
Zeilen
Aussage
Übereinstimmung
uitspraak
regel
overeenkomst
regels
verschil
hoofdpersoon
uitdrukking
Slide 7 - Question de remorquage
bedeuten = betekenen
behaupten = beweren
einfügen = invoegen
einsetzen = invoegen
ersetzen = vervangen
zeigen = laten zien
Slide 8 - Diapositive
Welk woord betekent hetzelfde als 'einsetzen'?
A
einfügen
B
ersetzen
Slide 9 - Quiz
vervangen
beweren
laten zien
betekenen
invoegen
einsetzen
bedeuten
behaupten
ersetzen
zeigen
Slide 10 - Question de remorquage
klar = duidelijk
deutlich = duidelijk
gemeint = bedoeld
ausgesagt = bedoeld, gezegd
Was heißt ... ? = Wat betekent ... ?
Was bedeutet ... ? = Wat betekent ... ?
Slide 11 - Diapositive
übereinstimmen = overeenkomen
sich verhalten = zich verhouden
zum Ausdruck bringen = uitdrukken
schließen uit = concluderen uit
gemein haben = gemeen hebben/hetzelfde hebben
sich beziehen = betrekking hebben
Slide 12 - Diapositive
Was sollen die Absätze 3 und 4
zum Ausdruck bringen?
=
Wat moeten de alinea's 3 en 4 .... ?
A
aanduiden
B
benadrukken
C
laten zien
D
uitdrukken
Slide 13 - Quiz
Wie verhalten die Sätze sich zueinander?
=
A
Wat hebben de zinnen met elkaar gemeen?
B
Wat laten de zinnen ziein?
C
Hoe verhouden zich de zinnen tot elkaar?
D
Hoe verschillen de zinnen van elkaar?
Slide 14 - Quiz
Worauf bezieht sich die Aussage?
A
Wat betekent de bewering?
B
Wat betekent de uitspraak?
C
Waarop heeft de bewering betrekking?
D
Waarop heeft de uitspraak betrekking?
Slide 15 - Quiz
Welche der folgende Aussagen stimmen mit ... überein?
A
Welke van de volgende gedachten komen overeen met ... ?
B
Welke van de volgende uitspraken komen overeen met ...?
C
Welke van de volgende gedachten hebben betrekking op ... ?
D
Welke van de volgende uitspraken hebben betrekking op ... ?
Slide 16 - Quiz
Was kann man schließen aus ...?
A
Wat kun je concluderen uit ...?
B
Wat kun je duiden uit ...?
Slide 17 - Quiz
Was haben die Zeilen 5 und 6 mit einander gemein?
A
Wat hebben de alinea's 5 en 6 met elkaar gemeen?
B
Wat hebben de zinnen 5 en 6 met elkaar gemeen?
C
Wat hebben de alinea's 5 en 6 met elkaar te maken?
D
Wat hebben de zinnen 5 en 6 met elkaar te maken?
Slide 18 - Quiz
Der Aufbau eines Textes
Titel
Einleitung
Absatz
Quelle
Bild
Slide 19 - Question de remorquage
Was wird hier ausgesagt?
Was ist das Thema des Absatzes?
Was bedeutet...
Was wird damit angedeutet?
Welche Aussage stimmt mit dem Absatz überein?
Wat wordt hiermee aangetoond?
Wat betekent ....
Wat wordt hier gezegd?
Wat is het onderwerp van de alinea?
Welke uitspraak komt met de alinea overeen?
Slide 20 - Question de remorquage
Wat maakt de eerste alinea duidelijk?
Welke uitspraak komt overeen met de eerste alinea?
Wat blijkt uit de eerste alinea?
Wat zegt de eerste alinea?
Was geht aus dem 1. Abatz hervor?
Welche Aussage stimmt mit dem 1. Absatz überein?
Was macht der 1. Absatz deutlich?
Was sagt der 1. Absatz aus?
Slide 21 - Question de remorquage
Tips
- Zorg dat je de rode dia's van buiten kent
- Bestudeer blz 71 van je examenbundel
- Oefen veel met examenvragen in je examenbundel
Slide 22 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Woordenlijst examenvragen T3
April 2020
- Leçon avec
37 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Examenidioom
November 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
! Examenvragen
September 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
examentraining lesen
March 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
standaard zinnen/vragen + Examen leesvaardigheid
April 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 4,5
Examenoefening Leesvaardigheid
March 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Veelvoorkomende examenvragen Duits
April 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Lesefertigkeit - K6 (Aufgabe 49)
October 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3