4.3 Verspreiding van het christendom

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


4.3 De verspreiding van het Christendom
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4 Boeren, heren en monniken


4.3 De verspreiding van het Christendom

Slide 1 - Diapositive

Verspreiding christendom
De Franken zorgde er voor dat het christelijke geloof zich verspreidde. Dit deden ze door heidenen aan te vallen en te bekeren.

Missionarissen moesten mensen tot het christelijke geloof bekeren.

--> Kerken en kloosters stichten.

Slide 2 - Diapositive

Natuurgodsdienst
Veel Germanen geloofden in natuurgoden, zoals Donar (god van donder en weer) en Freya (vruchtbaarheid)

Heilig:
Bomen
Stenen
Waterstromen

Christenen noemden deze mensen heidenen.

Slide 3 - Diapositive

Missionarissen
Mensen van de christelijke kerk (geestelijken) die het christendom gingen verspreiden, noemen we missionarissen.

In 1000 was bijna heel Europa christelijk.


Welke tactieken zullen de missionarissen gebruiken om de heidenen te bekeren?

Slide 4 - Diapositive

Vermenging van culturen
Germaanse tradities + christendom
 = Kerstmis (geboorte Jezus + midwinter)
 = Pasen (opstanding Jezus + lentefeest)

Slide 5 - Diapositive

Aan de slag
Stap 1: Lees eerst de tekst van paragraaf 4.3.

Stap 2: Maak daarna opdracht 1 t/m 6 in MEMO.
Klaar? Werk vast rustig verder.

Slide 6 - Diapositive

Wie bedoelen we met heidenen?
A
Mensen die geloven in het christendom.
B
Monniken
C
Mensen die niet in het christendom geloofden.
D
Horigen die moeten luisteren naar de heer.

Slide 7 - Quiz

Noem 2 manieren waarop missionarissen heidenen tot het christendom probeerden te bekeren.

Slide 8 - Question ouverte

Welke manier werkt het best denk je?
Waarom?

Slide 9 - Carte mentale

Wat is een missionaris?
A
Iemand die niet christelijk is
B
Iemand die anderen christelijk probeert te maken
C
Een ridder
D
Iemand die anderen van adel probeert te maken

Slide 10 - Quiz

De drie standen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Je mogelijkheden in het leven hingen in de Middeleeuwen af van
A
de stand waarin je geboren werd
B
De talenten die je had
C
de studies die je had gedaan
D
de daden die je had verricht

Slide 13 - Quiz

Wat zijn geestelijken?

Slide 14 - Question ouverte

Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
Opdracht 1 t/m 13 van MEMO maken.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Bonifatius wilde mensen bekeren tot het christendom. Welk begrip past bij zijn functie?

Slide 18 - Question ouverte

Tot welke van de 3 standen behoort Bonifatius? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Question ouverte

Waarom worden jonge kinderen aan het klooster afgestaan?

Slide 20 - Question ouverte

Bonifatius wil martelaar worden. Wat is een martelaar?

Slide 21 - Question ouverte

Welke tactieken gebruikt Bonifatius om de Friezen te bekeren?

Slide 22 - Question ouverte