persoonlijke vnw in de 4e naamval
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep het juiste antwoord.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
euch
mich
dich
ihn/sie/es
uns
sie/Sie
Slide 2 - Question de remorquage
Welches Bett ist (voor mij)?
A
für mich
B
für ich
Slide 3 - Quiz
Dieses Fahrrad ist (voor hem) für...
Slide 4 - Question ouverte
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Hoe vertaal je 'voor haar' in het Duits?
Hoe vertaal je 'voor haar' in het Duits?
A
für sie
B
vor sie
C
für ihr
D
vor ihr
Slide 5 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Hoe vertaal je 'voor ons' in het Duits?
Hoe vertaal je 'voor ons' in het Duits?
A
für wir
B
für uns
Slide 6 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Hoe vertaal je 'voor jullie' in het Duits?
Hoe vertaal je 'voor jullie' in het Duits?
Slide 7 - Question ouverte
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Hoe vertaal je 'voor u' in het Duits?
Hoe vertaal je 'voor u' in het Duits?
A
für sie
B
für Sie
Slide 8 - Quiz
Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Hoe vertaal je 'voor hen' in het Duits?
Hoe vertaal je 'voor hen' in het Duits?
A
für sie
B
für Sie
Slide 9 - Quiz
Ik kan het persoonlijke voornaamwoord in de 4e naamval gebruiken.
😒🙁😐🙂😃
Slide 10 - Sondage
durch
für
ohne
gegen
um
voor
tegen
om
zonder
door
