Meervoud Klaudia en Harèl

Engels
Hoofdstukdoelen & de meervoudsvorm
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

Engels
Hoofdstukdoelen & de meervoudsvorm

Slide 1 - Diapositive

TL:
-understand when people talk about animals, living in the countryside and the food industry
-use words to describe animal body parts and animal behaviour
-use ‘s/’/of and much or many
-talk about where animals live
-write about facts and habits and about what is happening right now

HV:
-talk about animals and where they live
-describe animal body parts and animal behaviour
-talk about how to make a difference and doing your share
-use the possessive ‘s / ‘ /of, much and many and the past simple

Slide 2 - Diapositive

Wat is het meervoud van 'baby'?

Slide 3 - Question ouverte

Meervoud / Plural
De meervoud wordt gebruikt als we praten over meer dan één van iets.

Slide 4 - Diapositive

-Voeg –s toe -> Voor de meeste woorden
book -> books
car -> cars


-Voeg –es toe -> Wanneer woord eindigt met s, x, ch, sh, of z
box -> boxes
brush -> brushes
bus -> buses


-Voeg –es toe -> Wanneer het woord eindigt met een medeklinker + o
tomato -> tomatoes
potato -> potatoes


Slide 5 - Diapositive



-Verander –y naar –i en voeg –es toe -> Wanneer het woord eindigt met een medeklinker + -y, verander –y naar –i + -es
baby -> babies
penny -> pennies


-Onregelmatige meervouden -> Sommige woorden volgen de regels niet!
child -> children
mouse -> mice
tooth -> teeth

Zowel enkelvoud en meervoud zijn hetzelfde -> Sommige woorden veranderen helemaal niet!
sheep -> sheep
deer -> deer

Slide 6 - Diapositive

I saw three____(fox) in the forest.

Slide 7 - Question ouverte

She bought two____(tomato) for the salad.

Slide 8 - Question ouverte

The____(child) played outside all afternoon.

Slide 9 - Question ouverte

There are many____(story) in this book.

Slide 10 - Question ouverte

The farmer has ten____(sheep) in his field.

Slide 11 - Question ouverte

Exit-ticket 🎟️
Beantwoord de volgende vragen in je schrift of boek:

-Benoem één onregelmatige meervoud.
-Welke regel vond je het makkelijkst?
-Wat begrijp je nog niet?/Met welke regel heb je nog moeite?

Slide 12 - Diapositive