Clase 31. Repaso unidad 4

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

¡Bienvenidos chicos y chicas!

Lunes,  29 de marzo de 2021

Het werkwoord "gustar"

https://learningapps.org/11178847

Beantwoord in het Spaans:
¿Qué quieres comer?

Vertaal de zin naar het Spaans:
Wat is er als toetje?

Vertaal de zin naar het Spaans:
Ik vind de paella niet lekker.

Vertaal de zin naar het Spaans:
"Ik ontbijt met yoghurt en ontbijtgranen"

Vertaal de zin naar het NL:
Quiero agua y un helado.

Vertaal de zin naar het NL:
A mí no me gustan las verduras.

Schrijf waar nodig het onbepaald lidwoord (un, una, unos, unas):

"De postre quiero.........manzana"

Schrijf waar nodig het onbepaald lidwoord (un, una, unos, unas):

"¿Dónde hay............restaurante mexicano?"

Schrijf waar nodig het onbepaald lidwoord (un, una, unos, unas):

"Quiero...........leche para desayunar"

Vervoeg de werkwoorden in de PRESENTE:

Vervoeg het werkwoord:
Nosotros (tener)

Vervoeg het werkwoord:
Ella (comer)

Vervoeg het werkwoord:
Mi padre (llamarse) Francisco.

Vervoeg het werkwoord:
Vosotros (querer)

Vervoeg het werkwoord:
Mis amigos (ser) holandeses.

Vervoeg het werkwoord:
Tú (vivir) en Dordrecht.

Vervoeg het werkwoord:
José (hablar) inglés e italiano.