Hoofdstuk 1.5 Druk

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 1: Krachten

§ 5: Druk

1.5 Druk 

• Wat is druk?
• Hoe bereken je druk?
• Omrekenen van druk

    (En oppervlakte)

• Druk vergroten/verkleinen

veel druk zetten bij voetbal:

veel spelers naar klein gebied

veel druk bij Science: 

veel kracht in klein gebied

Wat is druk?

druk is de hoeveelheid kracht per oppervlakte

Zelfde kracht?

Groter oppervlakte          lagere druk

Kleiner oppervlakte          grotere druk

hoe berekenen we druk?

De formule hiervoor is:

druk=​oppervlakte​​kracht​​

P=​A​​F​​

P = druk (N/m²) (=1 Pa)

F = kracht (N)

A = oppervlakte (m²)

Druk

Druk heeft een eigen eenheid: Pascal (Pa) 

1 Pa = 1 N/m²

Maar vaker wordt
1 N/cm² (makkelijker)

Rekenvoorbeeld

De zwaartekracht op de baksteen is 210 N. 

A) Bereken hoeveel druk de baksteen uitoefent

B) omreken naar Pa (N/m2)

18 cm

2,1 kg

5,6 cm

7,5 cm

A) A = l x b  = 

7,5 x 5,6 = 42 cm²

P = F/A 

210 / 42 = 5N/cm²

B) 5 x 10000 = 50000 N/m2

P=​A​​F​​

Druk kleiner maken

• Oppervlakte groter maken
• Kracht kleiner maken