Introductions & Comparisons

My name is Miss Papachristou. 
You can call me Miss. 






1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

My name is Miss Papachristou. 
You can call me Miss. 






Slide 1 - Diapositive

What are we going to do today
1. Introduction activity. 
2.Practise you last grammar lesson.
3. Learn new grammar.
4. Final Activity
5. Time left? Kahoot. 



Slide 2 - Diapositive

Vergelijkingen - Comparisons

Slide 3 - Diapositive

Today's goals


Aan het einde van deze les weet je hoe je vergelijkingen maakt en hoe je ze gebruikt in korte zinnen. 

Slide 4 - Diapositive

Welke bijvoegelijke naamwoorden ken je in het engels?
Fast, short, difficult etc..

Slide 5 - Question ouverte

 Korte woorden - 1 Lettergreep
Voeg -er toe voor de vergrotende trap en -est voor de overtreffende trap.
tall → taller → tallest
 fast → faster → fastest









Slide 6 - Diapositive

Welke is correct?
A
more fast
B
faster
C
fastier

Slide 7 - Quiz


Cheap- - cheapest?

Slide 8 - Question ouverte


Young- younger- ?

Slide 9 - Question ouverte



A scooter is  ...... (fast) than a bicycle. 

Slide 10 - Question ouverte

woorden met eindigend op -y
  de -y wordt een  -i en je plakt  -er / -est achter. 
Voorbeelden:
• happy → happier → happiest
• funny → funnier → funniest


Slide 11 - Diapositive

Wat is de vergrotende trap van happy?
A
happier
B
more happy
C
happyer

Slide 12 - Quiz


English is ..... (easy) than Dutch.

Slide 13 - Question ouverte

 langere bijvoeglijke naamwoorden (2 of meer  lettergrepen)
 Gebruik 'more' voor de vergrotende trap en 'most' voor de overtreffende trap. 
Voorbeelden:
• careful → more careful → most careful
• interesting → more interesting → most interesting

Slide 14 - Diapositive

Meer Voorbeelden 
A bmw is expensive
A porsche is  more expensive than a bmw. 
 A Ferrari is the most expensive of all three. 



Slide 15 - Diapositive

Welke is correct?
A
interestinger
B
interestingest
C
most interesting

Slide 16 - Quiz


popular - more popular- ?

Slide 17 - Question ouverte


TikTok is.............. (interesting) than TV .

Slide 18 - Question ouverte

Uitzondering: woorden met 2 lettergrepen 



die eindigen op le- ow- er krijgen ook (er) en (est)
simple → simpler → simplest
 narrow → narrower → narrowest
 clever → cleverer → cleverest
 


Slide 19 - Diapositive

Welke is correct?
A
simpler
B
simplier
C
most simple

Slide 20 - Quiz

Remember:
Als het woord makkelijk en kort klinkt, mag je meestal -er en -est gebruiken.

Slide 21 - Diapositive

 Uitzonderingen-Learn by Heart
Good- better- best
bad – worse – worst
little-less least
and more..




Slide 22 - Diapositive


good - .............. - ...............

Slide 23 - Question ouverte

Welke is correct?
A
worser
B
most worse
C
worsest
D
worst

Slide 24 - Quiz

Werk in tweetallen en maak samen één Engelse zin met een vergelijking. Gebruik een bijvoeglijk naamwoord zoals: big, small, fast, expensive, loud..

Extra uitdaging? : Maak 2 zinnen of
gebruik uizonderingen zoals: good → better, bad → worse

Slide 25 - Question ouverte

Reflectie
 * Wat heb je vandaag geleerd over vergelijkingen? 

* Wat vond je moeijlijk? 

Slide 26 - Diapositive

Re- cap 
1. We practised last week's grammar. 
2. We learned new grammar. 
3. We practised the new grammar. 
4. We did the final Activity
5. Time left? 



Slide 27 - Diapositive

 The end. 

Slide 28 - Diapositive