Nederlands Hfst 1 taalverzorging de- en het woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Is 'drinken' een werkwoord of geen werkwoord?

1. werkwoord
2. geen werkwoord

Wat is het werkwoord in de zin: Hij is vandaag ziek

1. Ziek
2. is
3. vandaag
4. Hij

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

1. haar tegengehouden
2. word tegengehouden
3. door tegengehouden
4. ik tegengehouden

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

1. niemand heeft
2. heeft blauwe
3. heeft gekocht
4. iPad gekocht

Wat is een werkwoord? Een werkwoord duidt aan:

1. mens, dier of ding
2. handeling, gebeurtenis of toestand
3. wanneer, hoe of waar iets gebeurt
4. dat iemand iets doet

Is kochten een werkwoord of geen werkwoord?

1. werkwoord
2. geen werkwoord

Onzijdige woorden zijn

1. de -woorden
2. het-woorden

Welk woord is niet onzijdig?

1. stier
2. feest
3. weiland
4. kinderzitje

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig
4. geen idee

Mannelijke woorden zijn

1. de -woorden
2. het-woorden

Is het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig
4. geen idee

Naar mannelijke en vrouwelijke woorden verwijs je met

1. deze, die
2. deze, dat
3. dit, die
4. die, dat

Terugblik: Naar mannelijke woorden verwijs je met deze en die.

1. Waar
2. Niet waar