1.4 migratie

Wat gaan we doen?

  1. uitleg 1.4
  2. maken de vragen 1.4

6 juni kaartkennis
20 juni PW H1
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?

  1. uitleg 1.4
  2. maken de vragen 1.4

6 juni kaartkennis
20 juni PW H1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 Migratie

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet je kunnen/kennen?
1 Je kunt uitleggen wat de invloed is van immigratie en emigratie op de bevolkingsgroei.

2 Je kunt migratie verklaren met push- en pullfactoren.

3 Je kunt beschrijven welke hindernissen er bij migratie zijn.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke gebeurtenissen hebben in de afgelopen twee eeuwen migratiestromen van of naar Nederland op gang gebracht?
Noteer minimaal 3 gebeurtenissen.
Geef steeds aan welke groepen mensen daardoor van of naar Nederland migreerden.

Slide 5 - Question ouverte

Voorbeelden uit het filmpje:
19e eeuw: emigratie: arbeidsmigranten gingen naar Duitsland, België en VS
Jaren 1920: immigratie van jonge Duitse vrouwen die werkten in de zorg, en arbeidsmigranten uit Polen en Slovenen in de mijnbouw.
Na Tweede Wereldoorlog: na de dekolonisatie kwamen veel Indische Nederlanders naar Nederland als immigrant. Veel Nederlanders vertrokken naar Canada/Australië als emigrant.
Jaren 1980 en 1990: onrust en oorlog leidden tot asielmigratie uit Irak, Afghanistan, Somalië, Joegoslavië.
Nu: meer immigratie dan emigratie. De helft van de migranten komt uit Europa, daarna Azië en Amerika, daarna Oceanië en Afrika. 1/10 migranten is een Nederlander die terugkeert.

Sociale Bevolkingsgroei
Sociale bevolkingsgroei: verandering van het aantal mensen in een gebied door migratie.

Migratie= verhuizen

 Immigratie=Als mensen een land binnenkomen om zich er te vestigen.
Emigratie=Als mensen vertrekken naar een ander land.

 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale bevolkingsgroei
sociale bevolkingsgroei positief --> meer immigratie dan emigratie
Er komen meer mensen in het land dan er vertrekken

sociale bevolkingsgroei negatief --> meer emigratie dan immigratie
Er gaan meer mensen weg dan er in het land komen 

de bevolking in een gebied groeit of krimpt, hangt af van zowel de natuurlijke als de sociale bevolkingsgroei.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt je op  aan deze kaart

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pushfactoren
Migranten verhuizen met een reden.

Pushfactoren =
factoren waarom iemand weg wil.
(afstotingsfactoren)

Pullfactoren verklaren waarom een migrant door bepaalde plaatsen aangetrokken wordt.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pullfactoren
Migranten verhuizen met een reden.

Pullfactoren =                                  Factoren waarom een migrant door bepaalde plaatsen wordt aangetrokken.
(aantrekkingsfactoren)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hindernissen
  • Grenzen en regels: sommige landen hebben een heel streng migratiebeleid, wat daarheen migreren moeilijk maakt.
  • Afstand: hoe groter de afstand, hoe langer en moeilijker de reis wordt.
  • Geld: een migrant moet vaak lang sparen om de reis te kunnen ondernemen.
  • Taal en cultuurverschillen
  • Fysieke hindernissen: woestijnen, zeeën en gebergten kunnen ook een obstakel zijn.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Maak §1.4 vraag 1 t/m 16
  • Snap je het niet? VRAAG!

Overleg met buurman of buurvrouw mag maar op fluistertoon
timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions