Les modale hulpwerkwoorden in v.t.

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Deutsch

Dienstag, den 13. Mai 2025

Die Plannung für Heute

Grammatik Sätze

Hausaufgaben

Hören

Grammatik

Lesen Arbeitsform

Hausaufgaben besprechen

• Proefwerk (28-5) week 22 

Grammatiksätze

1. Das Kind braucht dreimal täglich …… (een) Tablette.

   

2. Wir hatten ……… (een) riesig...... Hunger (m).

3.Ich habe……. (de) Namen (m) und ……….(de)l lang...... Adresse vergessen.

naklar.secure.malmberg.nl

Modalverben im Präteritum

Wat zijn dat?

Modalverben

Präsens 

tegenwoordige tijd

Präteritum 

verleden tijd

ich

du

er/sie/es

wir 

ihr 

sie/sie

ich

du

er/sie/es

wir 

ihr 

sie/sie

darf 

darfst

darf

dürfen 

dürft

dürfen 

kann

kannst

kann

können 

könnt 

können 

durfte

durftest

durfte 

durften 

durftet

durften 

konnte 

konntest

konnte 

konnten 

konntet 

konnten

Modalverben 

Let op: falsche Freunde!

    

mogen         =         dürfen

houden van =        mögen

Nederlands      Duits

Aan de slag!

Maken: opdracht 8 en 9 van Lektion 5 K5

Vind je het lastig?

Kijk in je handboekje

Ben je klaar?

Versterk jezelf

Arbeitsform Lesen

• Jullie werken samen in groepjes
• Spreek af welk groepslid loopt om de antwoorden te                               controleren en een kaart/ nieuwe tekst te halen. 

Let op: hoe meer opdrachten goed, hoe meer kaarten

jullie mogen pakken. Snelheid is dus niet altijd beter!

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!