Journaal: quiz 13, 14, 15 mei 2025 (met wisbordje)

Journaal: quiz
Dinsdag 3 juni tot en met donderdag
  5 juni 2025
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Journaal: quiz
Dinsdag 3 juni tot en met donderdag
  5 juni 2025

Slide 1 - Diapositive

Doelen
1) Je kunt passende woorden bij een onderwerp noemen.
2) Je kunt open vragen over een onderwerp beantwoorden.
3) Je kunt reageren op een stelling.
4) Je kunt respectvol samenwerken in een groepje.​

Slide 2 - Diapositive

Samenwerken
1)   Kies een voorzitter.​
2)  Kies een leerling die de antwoorden opschrijft.​
3)  Lees mee als de docent voorleest.​
4)  Denk een halve minuut in stilte na.​
5)  Noem één woord of geef antwoord als de voorzitter je naam noemt.​ 
6)  Praat samen over het woord of het antwoord.
7)  Schrijf het op het wisbordje.

Slide 3 - Diapositive

Taken van de voorzitter
1)   Geef eerst een beurt aan een leerling​,
      die nog niet zo lang in de isk zit.​
2)  Zorg ervoor dat alle leerlingen om de ​beurt
      een woord kunnen noemen. ​
3)  Zorg ervoor dat alle leerlingen meedoen.​

Slide 4 - Diapositive

Wat kan de voorzitter zeggen?
.... is aan de beurt.
…, jij bent aan de beurt.​​
…, wat denk jij?​
…, denk jij dat ook?​
..., ben je het ermee eens?

Slide 5 - Diapositive

Wat kun je zeggen?
Ik denk dat ook.​
Ik denk dat het goed is.​
Ik ben het ermee eens.
Ik denk dat het niet goed is.​
Ik ben het er niet mee eens.
Ik denk dat het ….. is.​

Slide 6 - Diapositive

Spelregels
1)   Voor elk goed antwoord krijgt een groepje
      één punt.​
2)  Het groepje met de meeste punten heeft
      gewonnen.​

Slide 7 - Diapositive

Doel: je kunt een passend woord noemen
Het 1) k__ is 2) g__. 3) G__ W__ is met zijn partij de 4) __ uit het 1 k__ gestapt. Er moeten nieuwe 5) v__ komen. Die komen na de 6) z__.

Slide 8 - Diapositive

Antwoorden
Het 1) kabinet is 2) gevallen. 3) Geert Wilders is met zijn partij de 4) PVV uit het 1) kabinet gestapt. Er moeten nieuwe 5) verkiezingen komen. Die komen na de 6) zomer.

Slide 9 - Diapositive

Antwoord
1) Wat is een kabinet?
Alle ministers en staatssecretarissen
2) Waarom wil Geert Wilders van de PVV niet meer samenwerken met de andere drie partijen in het kabinet?
De vier partijen werden het niet eens over strengere regels voor asielzoekers.

Slide 10 - Diapositive

Doel: je kunt een goed antwoord noemen.
1) Wat is een kabinet?

2) Waarom wil Geert Wilders met de PVV niet meer samenwerken met de andere drie partijen in het kabinet?

Slide 11 - Diapositive

Doel: je kunt een passend woord noemen.
Het kabinet bestaat nu uit drie partijen, de 1) __, de 2) __ en de 3) __. Deze drie partijen hebben samen geen 4) m__ in de 5) T__ K__. De regering is nu 6) d__.

Slide 12 - Diapositive

Antwoorden
Het kabinet bestaat nu uit drie partijen, de 1) VVD, de 2) NSC en de 3) BBB. Deze drie partijen hebben samen geen 4) meerderheid in de 5) Tweede Kamer. De regering is nu 6) demissionair.

Slide 13 - Diapositive

Doel: je kunt een goed antwoord noemen.
De regering is nu demissionair. Wat houdt dat in?

Slide 14 - Diapositive

Doel: je kunt een goed antwoord noemen.
De regering is nu demissionair. Wat houdt dat in?

- De regering is gestopt.
- De regering werkt echter nog wel door.
- Er mogen geen nieuwe plannen worden gemaakt.
- Er mogen geen belangrijke politieke beslissingen worden genomen.

Slide 15 - Diapositive

Doel: je kunt een passend woord noemen
1) K__ in het voetbal kan 2) s__ aan de 3) h__ 4) v__. Door veel te 1) k__ is er bijvoorbeeld een grotere 5) k__ op 6) d__ of de ziekte van 7) P__. Voor jonge kinderen kan 1) k__ extra schadelijk zijn, omdat hun 3) h__ nog moeten groeien. Er wordt over nagedacht om het 1) k__ te 8) v__. In verschillende landen is het al 9) v__.

Slide 16 - Diapositive

Doel: je kunt een passend woord noemen
1) Koppen in het voetbal kan 2) schade aan de 3) hersenen 4) veroorzaken. Door veel te 1) koppen is er bijvoorbeeld een grotere 5) kans op 6) dementie of de ziekte van 7) Parkinson. Voor jonge kinderen kan 1) koppen extra schadelijk zijn, omdat hun 3) hersenen nog moeten groeien. Er wordt over nagedacht om het 1) koppen te 8) verbieden. In verschillende landen is het al 9) verboden.

Slide 17 - Diapositive

Stelling
Koppen in het voetbal moet verboden worden.
Ben je het er wel of niet mee eens? En waarom ben je het er wel of niet mee eens? Wat zijn je argumenten?
Denk er een halve minuut in stilte over na.

Ik ben het ermee eens. Ga bij het raam staan.
Ik ben het er niet mee eens. Ga bij de deur staan.

Slide 18 - Diapositive

Vragen?
Heb je nog vragen?

Slide 19 - Diapositive

Terugkijken naar de doelen
1)  Je kunt bij een onderwerp een samenvatting geven van maximaal vier zinnen.
2) Je kunt respectvol samenwerken in een groepje.​

Opdracht
Geef een samenvatting van maximaal vier zinnen.
Denk hier eerst in stilte over na (halve minuut).

Slide 20 - Diapositive

Ik heb alle afleveringen van het journaal minimaal één keer bekeken.
A
nee
B
ja

Slide 21 - Quiz

Ik kan bij elk onderwerp minimaal één woord noemen.
A
nee
B
ja

Slide 22 - Quiz

Ik kan open vragen over onderwerpen beantwoorden.
A
Ik kan het een beetje.
B
Ik kan het goed.

Slide 23 - Quiz

Ik kan reageren op een stelling.
A
Ik kan het een beetje.
B
Ik kan het goed.

Slide 24 - Quiz

Ik kan respectvol samenwerken in een groepje.
A
Ik kan het een beetje.
B
Ik kan het goed.

Slide 25 - Quiz

Ik vind het leuk om in een groepje de quiz van het journaal te doen.
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz