Laatste les voor de vakantie

Willkommen im Deutschunterricht!
Ihr werdet ein Quiz über Deutschland machen. Es werden 5 Themen behandelt:
- Schule
- Essen und Trinken
- Kapitel 5
- Marken
- Landeskunde
Viel Erfolg!!
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Willkommen im Deutschunterricht!
Ihr werdet ein Quiz über Deutschland machen. Es werden 5 Themen behandelt:
- Schule
- Essen und Trinken
- Kapitel 5
- Marken
- Landeskunde
Viel Erfolg!!

Slide 1 - Diapositive

Een leerling zegt dat hij het vak ''Erdkunde" heel leuk vindt. Welk vak is dit?
A
aardrijkskunde
B
natuurkunde
C
scheikunde
D
biologie

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Vidéo

Wat draagt dit kindje?
A
ein Eis
B
ein Geschenk
C
eine Schultüte
D
Spielzeug

Slide 4 - Quiz

Ik welke klas zit je als je eindexamen op vmbo-t doet in Duitsland?
A
8. Klasse
B
10. Klasse
C
9. Klasse
D
13. Klasse

Slide 5 - Quiz

Een leerling zegt "Ich gehe in die achte Klasse".
In welke klas zit hij (in Nederland)?
A
1e
B
3e
C
2e
D
4e

Slide 6 - Quiz

Thema 2
Essen und Trinken

Slide 7 - Diapositive

Wo wurde die Currywurst in 1949 erfunden?
A
In Aachen
B
In Berlin
C
In München
D
In Frankfurt

Slide 8 - Quiz

Okterberfest is ………..
A
een Koninginnedag in heel Duitsland
B
een groot volksfeest in München.
C
carnavalsoptocht in Keulen
D
een schoolfeest

Slide 9 - Quiz

Wie viele Brotsorten gibt es in Deutschland?
A
50
B
150
C
200
D
300

Slide 10 - Quiz

Wie heißt diese Kirschtorte?
A
Aachener Kirschtorte
B
Berliner Kirschtorte
C
Schwarzwälder Kirschtorte
D
Frankfurter Kirschtorte

Slide 11 - Quiz

Wer ist kein Einwohner von Deutschland?
A
Frankfurter
B
Berliner
C
Hamburger
D
Schnitzel

Slide 12 - Quiz

Als het zinsdeel het onderwerp in de zin is dan heb je de ..... naamval.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Als het zindeel het lijdend voorwerp in de zin is dan heb je de ........ naamval
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Ich trinke am liebsten Apfelsaft.
Ich =
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 15 - Quiz

Ich finde Pizza sehr lecker.
Pizza = ....
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 16 - Quiz

Wir möchten gerne Orangensaft trinken.
möchten=
A
graag willen
B
willen

Slide 17 - Quiz

altijd betekent
A
nie
B
immer

Slide 18 - Quiz

meistens betekent
A
meestal
B
nooit

Slide 19 - Quiz

elke dag betekent
A
oft
B
jeden Tag
C
jede Woche

Slide 20 - Quiz

Ich trinke gerne Tee.
Tee= .... naamval
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 21 - Quiz

Welche Automarke kommt NICHT aus Deutschland?
A
BMW
B
Audi
C
Porsche
D
Ferrari

Slide 22 - Quiz

Welche Marke kommt NICHT aus Deutschland?
A
Dr. Oetker
B
Lipton
C
Haribo
D
Lidl

Slide 23 - Quiz

Welche Marke ist Deutsch?
A
Dove
B
L'Oreal
C
Nivea
D
Rituals

Slide 24 - Quiz

Welche Marken sind Deutsch?

A
Adidas
B
Hugo Boss
C
Puma
D
Nike

Slide 25 - Quiz

Wie heißt dieses Fußballstadion und wo steht es?
A
die Allianz Arena in Stuttgart
B
die Mercedes-Benz-Arena in München
C
die Mercedes-Benz-Arena in Stuttgart
D
die Allianz Arena in München

Slide 26 - Quiz

Wat is een Stau?
A
wegwerkzaamheden
B
afrit
C
file
D
parkeerplaats

Slide 27 - Quiz

Was ist das größte Freizeitpark Deutschlands?
A
Wunderland Kalkar
B
Movie Park Germany
C
Fort Fun
D
Europapark

Slide 28 - Quiz

"bellen" betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 29 - Quiz

Kaiserschmarren is
A
een soort pizza
B
een soort pannenkoek
C
frisdrank met kruiden

Slide 30 - Quiz

Bitte, ein Orangensaft ....... mich.
A
für
B
durch
C
gegen

Slide 31 - Quiz

Gestern haben wir lange (arbeiten)
Maak het voltooid deelwoord.
A
gearbeit
B
arbeiten
C
gearbeitet

Slide 32 - Quiz