Betr.vnw

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Het fietsje, ... daar staat, is van mijn broertje.

1. dat
2. wat

Wat je zegt, ben jezelf.
Wat = ?

1. vr.vnw
2. betr.vnw

Welke woordsoort hoort bij wie?
Wie is er nu aan de beurt?

1. betr.vnw
2. vr.vnw

Noteer de juiste woordsoort.
Wie zouden morgen met elkaar samenwerken? (wie=)

1. vr.vnw
2. betr.vnw

Wie nog iets aan Mark Rutte wil vragen, kan dat na deze persconferentie doen.

1. wie = vrv
2. wie = betr.vnw
3. .

Dat lieve meisje is van de trap gevallen.
Betr vnw =

1. Dat
2. is
3. de
4. er is geen betr.vnw

Noteer de juiste woordsoort.
Wat de leraar ons probeerde uit te leggen, bleef onduidelijk. (wat=)

1. vr.vnw
2. betr.vnw

Het meisje dat hij leuk vindt, heeft Marie.

Wat is het betrekkelijk voornaamwoord in de zin?

1. Het
2. dat
3. hij
4. er is geen betr.vnw

Wat is het betr.vnw in de volgende zin:

Wie rookt leeft erg onverstandig

1. Wie
2. er
3. onverstandig
4. er is geen betr.vnw

Het meisje, ... daar loopt, is lief.

1. wat
2. dat

De jongen, met wie ik verkering wil, heeft schoenmaat 46.
Wie =

1. aanw. vnw
2. vr. vnw
3. betr. vnw

Het mooiste ... kan gebeuren is dat iemand van mij wil houden.

1. dat
2. wat

Ik moet de hele dag naar school, wat ik stom vind.

1. wat = vr.vnw.
2. wat = betr. vnw.