Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Het meervoud (das Plural)
Het meervoud van zelfstandige nw.
Het lidwoord in het meervoud is
altijd
"die"
.
Mannelijk= Umlaut+e
der Ball → die B
ä
ll
e
Vrouwelijk= + (e)n
die Straße → die Straße
n
die Prüfung → die Prüfung
en
Onzijdig= +e
das Heft → die Heft
e
Onzijdige en mannelijke woorden die eindigen op -en, -el en -er blijven hetzelfde.
das Mädchen → die Mädchen
der Lehrer → die Lehrer
Veel woorden die eindigen op -a,
-i, -o en -y krijgen +s
das Handy → die Handy
s
das Auto → die Auto
s
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Het meervoud van zelfstandige nw.
Het lidwoord in het meervoud is
altijd
"die"
.
Mannelijk= Umlaut+e
der Ball → die B
ä
ll
e
Vrouwelijk= + (e)n
die Straße → die Straße
n
die Prüfung → die Prüfung
en
Onzijdig= +e
das Heft → die Heft
e
Onzijdige en mannelijke woorden die eindigen op -en, -el en -er blijven hetzelfde.
das Mädchen → die Mädchen
der Lehrer → die Lehrer
Veel woorden die eindigen op -a,
-i, -o en -y krijgen +s
das Handy → die Handy
s
das Auto → die Auto
s
Slide 1 - Diapositive
Let op!
Vrouwelijke en onzijdige woorden die eindigen op een
-s of een -n, krijgen in het meervoud een klinkerverdubbeling!
Voorbeeld: die Freundin → die Freundi
nn
en
das Ereignis → die Ereigni
ss
e
Slide 2 - Diapositive
Welk meervoud voor het woord
"Der Satz"?
A
die Satze
B
Die Satzen
C
die Sätze
Slide 3 - Quiz
Welk meervoud voor het woord
"das Jahr"?
A
die Jahren
B
die Jähre
C
die Jahre
Slide 4 - Quiz
Welk meervoud voor het woord
"das Hobby"?
A
die Hobby's
B
die Hobbys
C
die Hobbyen
Slide 5 - Quiz
Welk meervoud voor het woord
"der Opa"?
A
die Opaen
B
die Opas
C
die Opa's
Slide 6 - Quiz
Welk meervoud voor het woord
"das Haustier"?
A
die Haustieren
B
die Haustiere
Slide 7 - Quiz
Welk meervoud voor het woord
"die Grundschule"?
A
die Grundschule
B
die Grundschulen
C
die Grundschülen
Slide 8 - Quiz
Maak het meervoud:
der Zahn
Slide 9 - Question ouverte
Maak het meervoud:
der Kopf
Slide 10 - Question ouverte
Maak het meervoud:
das Schaf
Slide 11 - Question ouverte
Maak het meervoud:
die Nase
Slide 12 - Question ouverte
Maak het meervoud:
die Bäuerin
Slide 13 - Question ouverte
Maak het meervoud:
das Brot
Slide 14 - Question ouverte
Maak het meervoud:
der Arbeiter
Slide 15 - Question ouverte
Maak het meervoud:
die Wohnung
Slide 16 - Question ouverte
Maak het meervoud:
der Tierarzt
Slide 17 - Question ouverte
Maak het meervoud:
das Zimmer
Slide 18 - Question ouverte
Hoe goed begrijp jij deze
grammatica?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 19 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
Les 5 "En nog meer grammatica"
February 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
mv van zelfst. naamw. in het Duits
September 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
H2/ V2 - Kap 5 - meervoudsvorming
May 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
les geslacht en meervoud zelfstandige naamwoorden
December 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Zelfstandige naamwoorden
December 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
vwo 2 Kapitel 3 Schultüte
October 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Duits
Secondary Education
Nachhilfe (Geschlecht von Substantiven, das Plural bilden)
November 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Tiere + Voltooid Deelwoord
November 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2