1 havo/vwo grammatica voorbereiding
1 / 12
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke vormen van een werkwoord ken je? (theorievraag)
Slide 2 - Question ouverte
Hij is naar school geweest. Welke vorm is 'geweest'?
A
Persoonsvorm
B
infinitief
C
voltooid deelwoord
Slide 3 - Quiz
Hij heeft een zwarte broek en een blauwe bril.
Noteer alle bijvoeglijk naamwoorden.
Noteer alle bijvoeglijk naamwoorden.
Slide 4 - Question ouverte
Hij heeft de docenten een cadeautje gegeven. Noteer het werkwoordelijk gezegde.
Slide 5 - Question ouverte
Pas de tijdsproef toe.
Hij gaat naar school toe.
Hij gaat naar school toe.
Slide 6 - Question ouverte
Pas de getalsproef toe.
De jongen loopt naar de supermarkt.
De jongen loopt naar de supermarkt.
Slide 7 - Question ouverte
Je hebt net de tijdsproef toegepast. Welke werkwoordsvorm verandert?
A
persoonsvorm
B
infinitief
C
voltooid deelwoord
Slide 8 - Quiz
Ontleed de zin. Schrijf op: persoonsvorm, werkwoordelijk gez., onderwerp en lijdend vw.
Heeft de leerling een onvoldoende gekregen?
Heeft de leerling een onvoldoende gekregen?
Slide 9 - Question ouverte
Theorievraag: Geef een beschrijving van het begrip 'zin'.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het meewerkend voorwerp in de zin:
Hij geeft zijn vriend een bal.
Hij geeft zijn vriend een bal.
