herhalen hfd 6

herhalen hfd 6
De Nederlandse Overheid
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

herhalen hfd 6
De Nederlandse Overheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je de overheidsfinanciën van Nederland beschrijven en uitleggen wat de miljoenennota is.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet jij al over de geldzaken van Nederlandse overheid?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Overheid en Infrastructuur
De Nederlandse overheid is verantwoordelijk voor de infrastructuur van het land, zoals wegen, bruggen en openbaar vervoer.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat de overheid doet en hoe het betrekking heeft op de infrastructuur van het land.
Wat is een voorbeeld van transportinfrastructuur?
A
Een bioscoop.
B
Een bibliotheek.
C
Een wegennetwerk.
D
Een spoorwegnetwerk.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van communicatie-infrastructuur?
A
Een winkelcentrum.
B
Een telefoonnetwerk.
C
Een internetverbinding.
D
Een snelweg.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is infrastructuur?
A
De basisvoorzieningen die nodig zijn voor een bepaalde activiteit.
B
De mensen die betrokken zijn bij een bepaalde activiteit.
C
De fysieke voorzieningen die nodig zijn om een bepaalde activiteit mogelijk te maken.
D
De regels en wetten die gelden voor een bepaalde activiteit.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectieve Sector
De overheid is ook verantwoordelijk voor de collectieve sector, zoals gezondheidszorg en onderwijs.

Slide 8 - Diapositive

Beschrijf wat de collectieve sector is en hoe de overheid hier verantwoordelijk voor is.
Wat is de particuliere sector?
A
Een sector waarin particulieren de belangrijkste rol spelen
B
Een sector waarin de overheid de belangrijkste rol speelt
C
Een sector waarin geen bedrijven actief zijn
D
Een sector waarin bedrijven de belangrijkste rol spelen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn collectieve voorzieningen?
A
Voorzieningen die door de overheid worden betaald en voor iedereen toegankelijk zijn
B
Voorzieningen die alleen toegankelijk zijn voor particulieren
C
Voorzieningen die door particulieren worden betaald en alleen toegankelijk zijn voor particuliere sector
D
Voorzieningen die door bedrijven worden betaald en voor iedereen toegankelijk zijn

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de collectieve sector?
A
Een sector waarin de overheid de belangrijkste rol speelt
B
Een sector waarin de overheid geen rol speelt
C
Een sector waarin particulieren de belangrijkste rol spelen
D
Een sector waarin bedrijven de belangrijkste rol spelen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale Zekerheid
De overheid biedt sociale zekerheid aan burgers in de vorm van uitkeringen en verzekeringen.

Slide 12 - Diapositive

Leg uit wat sociale zekerheid is en hoe de overheid dit aanbiedt.
Wat is een voorbeeld van sociale zekerheid?
A
Autoverzekering
B
Levensverzekering
C
algemene ouderdoms wet
D
Internetabonnement

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke sociale premie moet een werkgever betalen?
A
Huurtoeslag
B
Kinderbijslag
C
Zorgtoeslag
D
Werknemersverzekeringen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een uitkering?
A
Overwerktoeslag
B
WW-uitkering
C
Bonus salaris
D
Vakantiegeld

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Belastingen
BTW en accijns zijn twee soorten belastingen die de overheid int om de overheidsuitgaven te financieren.

Slide 16 - Diapositive

Beschrijf wat BTW en accijns zijn en waarom de overheid deze belastingen int.
Wat zijn niet-belastingontvangsten?
A
Opbrengsten van particulieren die aan de overheid betalen.
B
Opbrengsten van de overheid die niet uit belasting komen (boetes)
C
Opbrengsten van bedrijven die aan de overheid betalen.
D
Opbrengsten van de overheid die uit belasting komen.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is inkomstenbelasting?
A
Een belasting over je spaargeld.
B
Een belasting over je uitgaven.
C
Een belasting over het inkomen dat je verdient.
D
Een belasting over je bezittingen.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is belasting?
A
Een betaling aan je werkgever.
B
Een verplichte bijdrage aan de overheid.
C
Een bijdrage aan een goed doel.
D
Een vrijwillige bijdrage aan de overheid.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rijksbegroting
De rijksbegroting is een plan dat laat zien hoe de overheid van plan is geld uit te geven en in te zamelen.

Slide 20 - Diapositive

Beschrijf wat de rijksbegroting is en waarom het belangrijk is voor de overheidsfinanciën.
Miljoenennota
De miljoenennota is een belangrijk document dat de rijksbegroting en beleidsplannen van de overheid presenteert.

Slide 21 - Diapositive

Leg uit wat de miljoenennota is en waarom het belangrijk is voor de Nederlandse overheid.
Herhaling
Laten we kort herhalen wat we hebben besproken: de overheid is verantwoordelijk voor de infrastructuur en collectieve sector van Nederland, biedt sociale zekerheid aan burgers en int belastingen zoals BTW en accijns om de overheidsuitgaven te financieren. De rijksbegroting en miljoenennota zijn belangrijke documenten die de overheidsfinanciën presenteren.

Slide 22 - Diapositive

Herhaal kort wat er is besproken in de les.
Vragen
Zijn er nog vragen?

Slide 23 - Diapositive

Geef studenten de gelegenheid om vragen te stellen of opmerkingen te maken over de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.