NG en voorzetselvoorwerp herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Herhaalles ng en vzv

Lesdoelen

1. Je weet wat er twee soorten gezegdes zijn: het werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.
2. Je kunt een zin ontleden die een wwg of nwg bevat.
3. Je kan het vzv uit een zin halen.

Wat heb je onthouden over een naamwoordelijk gezegde?

Stappenplan naamwoordelijk gezegde 

1 Zoek het onderwerp van de zin op.

2 Zoek het belangrijkste werkwoord van de zin op.

3 Staat het werkwoord in het rijtje van de kww?

                                                           4  Doet of is het onderwerp iets?

Nee = wwg                                      Doet = wwg                       Is = nwg

Even kijken... 

• Ben jij vanmorgen voor de buurvrouw naar de supermarkt geweest?
• Wwg = ben geweest
•  De fietstocht door de bergen is voor de deelnemers een geweldige ervaring geworden.
• Nwg = is een geweldige ervaring geworden
• Tijdens de sponsoractiviteiten worden de deelnemers uiteraard hartelijk bedankt.
• Wwg= worden bedankt
• Het maken van het boekverslag is voor Remco een grote opgave geweest.
• Nwg = is een grote opgave geweest

Even kijken..

• Met de digitale agenda is de nostalgie van persoonlijke teksten en tekeningen in je agenda voorgoed verdwenen.
• Wwg = is verdwenen
• Engels schijnt voor liedteksten een betere taal te zijn.
• Nwg = schijnt een betere taal te zijn
• De brandweerlieden probeerden verdere uitbreiding van de brand te voorkomen.
• Wwg = probeerden te voorkomen
• Morgen zal de zon volgens de nieuwe weervrouw niet schijnen.
• Wwg = zal schijnen

WWG

Morgen | zal | de zon | volgens de nieuwe weervrouw | niet |schijnen.

Wwg = zal schijnen

Ond = de zon

Bwb = morgen, volgens de nieuwe weervrouw, niet

--------------------------

Bvb = nieuwe --> weervrouw

NWG

Engels schijnt voor liedteksten een betere taal te zijn.

Nwg = schijnt een betere taal te zijn

Ond = Engels

Bwb = voor liedteksten

----------------------------------

Bvb = betere --> taal

Nwg of wwg (schrijf helemaal op):
Volgens de minister blijft de hulp noodzakelijk.

Nwg of wwg (schrijf helemaal op):
Melanie werd na het feestje ziek.

Nwg of wwg (schrijf helemaal op):
Ik probeerde hem zoveel mogelijk te ontwijken.

Meer oefenzinnen (wwg of nwg)

1. Wij zijn trots op onze voetbalvereniging.
2. Waarom schijnt de zon zo fel?
3. Die nieuwe telefoon schijnt fantastisch te zijn.
4. Uiteindelijk is ook Jurre volwassen geworden.
5. Januari bracht dit jaar veel regen.
6. Deze oplossing lijkt mij erg goed.
   

Wat weet je nog van het voorzetselvoorwerp?

Wat is het vzv?
Ik ben erg nieuwsgierig naar de uitslag.

1. Erg nieuwsgierig
2. De uitslag
3. Er is geen vzv
4. Naar de uitslag

Huiswerk

Theorie grammatica blok 1 tot en met blok 3 bestuderen. 

Extra oefeningen:
https://www.cambiumned.nl/theorie/grammatica/zinsdelen/

Vragen? Noteer ze en stel ze morgen tijdens de les!